Inhoudsopgave
Advertenties
2.3. ISOLATIEMETING
OFF
V
Ω
Ω
k
MR -
het apparaat. De te testen voorziening
mag niet onder spanning staan.
Door voor of tijdens de meting op de
toets te drukken, kan de secundaire
display gewijzigd worden, om de
stroom (bij de C.A 6524 en de C.A
6526) of de verstreken tijd weer te
geven.
Druk op de knop TEST en houd deze
ingedrukt totdat de weergegeven
meting stabiel is.
Als een spanning van meer dan 25V wordt gedetecteerd,
werkt de knop TEST niet.
De meting wordt weergegeven op de hoofddisplay en op
het staafdiagram.
TEST
spanning genereert (> 70V).
De meetresultaten kunnen vervormd worden door impedanties van toegevoegde parallel aangesloten circuits of
overgangsstromen.
Laat aan het einde van de meting de knop TEST los. Het apparaat stopt met het genereren van de testspanning en ontlaadt de
geteste voorziening. Zolang de spanning op de voorziening niet onder 70V komt, blijft het symbool
Maak de snoeren niet los en begin geen nieuwe meting zolang het symbool
Wanneer u de knop TEST los laat, blijven de resultaten van de meting weergegeven (HOLD) tot de volgende meting of totdat u
op de toets HOLD drukt of totdat het apparaat wordt uitgeschakeld.
Ω
M
50V
Zet de schakelaar op een van de standen MW.
100V
250V
De te kiezen testspanning hangt af van de spanning van de te testen installatie. Bij
een installatie van 230V worden de isolatiemetingen bijvoorbeeld gedaan onder 500V.
500V
Verbind met behulp van de snoeren de te testen voorziening met de klemmen van
1000V
> 1s
De secundaire display geeft de door het apparaat
gegenereerde testspanning aan.
Het symbool
weergegeven wordt.
14
geeft aan dat het apparaat een gevaarlijke
G
V
M
weergegeven.
V
DC
M
Advertenties
Inhoudsopgave
