f
Wijzig de naaldstand zodanig dat de naald de persvoet
niet raakt.
Voor meer informatie, zie "Steekbreedte/steeklengte/
"L/R Shift (L/R-verschuiving)" instellen" op pagina 32.
1 Naaldpositie (waar de naald neerkomt)
Opmerking
• Nadat u de naaldstand hebt aangepast, draait u het
handwiel langzaam naar u toe (tegen de klok in) en
controleert u of de naald de persvoet niet raakt.
g
Draai de positioneringsschroef stevig vast.
h
Doorstik de rits rondom.
1
3
2
4
1 Stiksel
2 Voorkant van de stof
3 Rijgsteek
4 Einde ritsopening
VOORZICHTIG
• Zorg bij het naaien dat de naald de rits niet
raakt. Anders kan de naald breken en letsel
veroorzaken.
i
Verwijder de rijgsteken.
1
■ Een galon plaatsen
a
Plaats de galon binnenstebuiten tussen twee stukken
stof, zoals hieronder aangegeven.
1
2
3
b
Bevestig de instelbare rits-/galonvoet. (pagina 54)
c
Naai langs de galon.
d
Draai deze om na het naaien.
Applicaties, patchwork en quilts naaien
■ Applicatiesteken naaien
a
Rijg of lijm de applicatie op de basisstof om deze vast te zetten.
BELANGRIJK
• Als de applicatie met lijm wordt vastgehouden
op de stof, breng dan geen lijm aan op stukken
die worden genaaid met de machine. Als de
lijm zich hecht aan de naald of het spoelhuis,
raakt de machine mogelijk beschadigd.
b
Bevestig de zigzagvoet "J" of de open voet
(afzonderlijk verkrijgbaar bij sommige modellen) die
hieronder is afgebeeld.
Zigzagvoet "J"
c
Selecteer een steek.
Nr.
1-33
Steek
• Voor meer informatie, zie "Stekentabel" op pagina 39.
Naaisteken
1 Stof
2 Galon
3 Stof
Open voet
1-34
2-03
2-04
55
3