De Neuro One geluidsprocessor gebruiken
1. De onderdelen verbinden
De beide uiteinden van het antennesnoer zijn identiek om verwarring bij de gebruiker te vermijden.
Houd rekening met de volgende aanbevelingen:
• Sluit het antennesnoer aan op de antenne.
• Sluit het antennesnoer aan op de geluidsprocessor via de antenne-aansluiting.
De uiteinden van het antennesnoer en de antenne van de Neuro One geluidsprocessor hebben een leipen. Voor
de aansluiting van het antennesnoer op de geluidsprocessor enerzijds en op de antenne anderzijds, moet men
rekening houden met de richting van de leipen (zie paragraaf "Beschrijving van de geluidsprocessor").
Belangrijk: de connectoren van het antennesnoer zijn ontworpen om plaatselijk te worden gebruikt (vervanging
van defecte kabel, enz.). Voor een langere levensduur van deze accessoire raden we u aan om uw Neuro One
geluidsprocessor op te bergen in zijn etui zonder het antennesnoer los te maken.
2. Bevestiging optimaliseren
Magneet
De antenne blijft door middel van een magneet tegen het implantaat op de huid kleven.
U kunt de afstand tussen de huid en de magneet wijzigen door de magneet losser of vaster te draaien.
Hier zijn enkele instructies om de magneet losser of vaster te draaien:
• Houd de antenne vast door de magneetkap boven en onder vast te nemen, zoals op foto 1 hieronder.
• Om de magneet losser of vaster te zetten, draait u hem in de tegengestelde richting van de pijlen onder
de magneetkap (foto 2).
Foto 1
Foto 2
11