Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Patiëntspecifieke Parameters (Programmeerschermen) - Smiths Medical CADD-Solis 2100 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor CADD-Solis 2100:
Inhoudsopgave

Advertenties

Patiëntspecifieke parameters (Programmeerschermen)
De patiëntspecifieke parameters staan op het Home-
scherm en kunnen bewerkt worden binnen de
limieten die in het protocol ingesteld zijn door de
®
CADD
-Solis-systeemadministrator. De CADD
Solis-systeemadministrator bepaalt welke parameters
kunnen worden bekeken en/of bewerkt in het
Home-scherm, evenals de startwaarden van de
parameters. Bij het bepalen van de startwaarden stelt
®
de CADD
-Solis-systeemadministrator ook harde en
zachte limietwaarden in waarbinnen u de parameters
kunt wijzigen naargelang de noodzaak. De zachte
limietwaarden (weergegeven in groen) vormen het
waardebereik dat het meest gebruikt wordt voor dit
protocol en de harde limietwaarden (weergegeven in
het geel) zijn de hoogste en laagste dosis die de
®
CADD
-Solis-systeemadministrator toestaat voor dit
protocol. Als de door de arts voorgeschreven waarden
niet overeenstemmen met de startwaarden, moeten ze
worden gewijzigd totdat ze hiermee overeenstemmen. Als parameters hoger of lager dan de zachte
limietwaarden worden ingesteld, verschijnt er een scherm dat u vraagt het negeren van de zachte
limietwaarden te bevestigen.
U hebt de toetsenbordcode (of een code van een hoger niveau) of de
pompsleutel nodig om de patiëntspecifieke parameters te bewerken. De
®
CADD
-Solis-systeemadministrator bepaalt of de pompsleutel gebruikt kan
worden om het toetsenbord te ontgrendelen wanneer het protocol wordt
ingesteld. Als de optie beschikbaar is, kunt u de pompsleutel gebruiken om
de pomp te ontgrendelen (zie afbeelding) of de toetsenbordcode gebruiken
(zie Beveiligingsinstellingen op pagina 27).
Opmerking:
Als u de pompsleutel gebruikt om het toetsenbord te ontgrendelen,
wordt ook de cassettegrendel ontgrendeld (zie Een cassette bevestigen op
pagina 24 voor meer informatie).
Zorg ervoor dat de cassettegrendel gesloten blijft als u de sleutel gebruikt voor het ontgrendelen van het
toetsenbord.
De pomp beschikt over de volgende toedieningsmethoden:
Continue snelheid: medicatie-infusie met een constante, geprogrammeerde snelheid
Intermitterende bolus: een serie doses die met regelmatige, geprogrammeerde intervallen worden
geactiveerd
PCA-dosis: een dosis die door de patiënt geactiveerd wordt
Klinische bolus: een dosis die door de arts geactiveerd wordt
Elk van de methoden kan individueel of in combinatie met de andere worden geprogrammeerd. De bereiken,
instellingsincrementen, snelheden en volumes staan in Specificaties (zie Specificaties (nominaal) op pagina 63).
Opmerking: Therapieën met patiëntgeregelde pijnstilling zijn in de CADD
Software zo geconfigureerd dat of 'PCA' of 'PCEA' wordt weergegeven. In de meeste voorbeelden
in deze handleiding wordt alleen 'PCA' getoond. Menu's, ondermenu's en schermen op de pomp
verschijnen echter met 'PCEA' als ze zo geprogrammeerd zijn.
®
-
Buiten bereik
zachte limiet
(geel)
p
rogrAmmering en bediening
Max. bereik harde
limiet (geel)
Bereik zachte limiet
(groen)
Min. bereik harde
limiet (geel)
-Solis Medication Safety
41

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Cadd-solis 2110

Inhoudsopgave