Starten en rijden
Motor starten
• Wanneer u bij koud weer de standver-
warming (optie) inschakelt, bereikt de
motor sneller de normale bedrijfstempe-
ratuur.
BELANGRIJK!
Als het filter helemaal volzit met
roetdeeltjes kan de motor startproblemen
vertonen en heeft het filter geen functie
meer. U moet het filter dan vervangen.
Contactsleutels en elektronische
startblokkering
Laat de contactsleutel nooit samen met
andere sleutels of metalen voorwerpen aan
dezelfde sleutelbos hangen. Als u dat wel
doet, kan de elektronische startblokkering
per ongeluk worden geactiveerd. Als dat
gebeurt, moet u de andere sleutels van de
sleutelbos halen en de motor opnieuw
starten.
Laat de motor meteen na een koude start
nooit op te hoge toeren draaien! Neem
contact op met een Volvo-werkplaats, als de
motor niet aanslaat of overslaat.
106
WAARSCHUWING!
Neem de contactsleutel nooit tijdens het
rijden of slepen uit het contactslot!
Schakel nooit tijdens het rijden het
contact uit (sleutel in stand 0) en neem de
contactsleutel evenmin uit het contactslot.
U loopt dan het gevaar dat het stuurslot
wordt geactiveerd, waarbij de auto
onbestuurbaar wordt.
Contact- en stuurslot
0 – Blokkeerstand
Het stuurslot blokkeert het
stuurwiel, wanneer u de
sleutel uitneemt.
I – Tussenstand,
"radiostand"
Sommige onderdelen van
het elektrisch systeem
kunnen worden
ingeschakeld. Het elektrisch
systeem van de motor is
echter uitgeschakeld.
II – Rijstand
De stand waarin de contact-
sleutel tijdens het rijden
staat. Het complete
elektrisch systeem van de
auto is ingeschakeld.
III – Startstand
De startmotor wordt
ingeschakeld. Wanneer u
nadat de motor is aange-
slagen de sleutel loslaat,
veert deze automatisch
terug in de rijstand. Als het u moeite kost om
de sleutel om te draaien, is het mogelijk dat
de stand van de voorwielen voor spanningen
in het stuurslot zorgt. Draai de contactsleutel
in dat geval om, terwijl u het stuurwiel heen
en weer draait.
Zorg dat het stuurwiel geblokkeerd is,
wanneer u de auto verlaat. Zo beperkt u de
kans op diefstal.