Versnellingsbak/transmissie
Achteruit
WAARSCHUWING
Schakel de achteruit alleen in
wanneer de auto stilstaat en de
motor stationair draait.
Neutraal
In deze stand wordt geen kracht op de
aangedreven wielen overgebracht, maar
de transmissie is niet geblokkeerd.
Wanneer de keuzehendel in deze stand
staat kunt u de motor starten.
Rijden
Schakel de rijstand in om automatisch
gebruik te maken van alle voorwaartse
versnellingen.
2e versnelling
Schakel stand 2 in, de transmissie
schakelt alleen automatisch tussen de 1e
en 2e versnelling.
1e versnelling
Schakel stand 1 in, de transmissie blijft nu
in de 1e versnelling.
Aanwijzingen voor het rijden
met een automatische
transmissie
Wegrijden
1. Zet de handrem los.
2. Laat het rempedaal opkomen en druk
het gaspedaal in.
Stoppen
1. Laat het gaspedaal opkomen en druk
het rempedaal in.
2. Trek de handrem aan.
Kickdown
Druk om voor optimale prestaties de op
één na hoogste versnelling in te schakelen
het gaspedaal volledig in terwijl het
keuzehendel in de rijstand staat. Laat het
gaspedaal los wanneer kickdown niet
langer gewenst is.
Overdrive
N.B.: De transmissie staat gewoonlijk in
overdrive wanneer de stand D is
ingeschakeld.
E83165
Bij langzaam rijdend verkeer of tijdens het
oprijden van steile hellingen kan de
transmissie de neiging vertonen constant
tussen de 4e en 3e versnelling te
schakelen. Schakel onder deze
omstandigheden de overdrivefunctie uit.
N.B.: Wanneer de overdrivefunctie is
uitgeschakeld, schakelt de transmissie
alleen tussen de 1e, 2e en 3e versnelling.
Rijmodi
De transmissie schakelt de juiste
versnelling in voor optimale prestaties
gebaseerd op de omgevingstemperatuur,
de hellingshoek van het wegdek, de
belading van de auto en de inbreng van
de bestuurder.
84