5.3.13 Gebuikelijke opberging van de mini-traktor
a)
Zorgvuldig wassen van de machine en accessoires na gebruik op natte
grond of in modder.
b)
De achterlift tot op de grond laten zakken;
c)
Indien mogelijk de mini-traktor o nder een afdak plaatsen of afdekken
met een ondoorlaatbaar dekzeil.
Belangrijk !
Bij het wassen van de traktor de waterstraal rechtstreeks op de elektrische
bouwelementen
of
veiligheidsoverwegingen de contactsleutel uit het contact halen.
5.3.14 Verlengde opberging van de mini-traktor
a)
De machine en accessoires zorgvuldig wassen en de
lakbeschadigingen herstellen.
b)
De lift achteraan tot de grond laten zakken.
c)
De motorolie aflaten en vervangen. Daarna de motor enkele minuten
stationair laten draaien zodat alle bouwelementen gesmeerd worden.
d)
Voor volledige smering van alle elementen zorgen.
e)
Alle schroeven en moeren aandraaien
f)
De bandendruk controleren
g)
De ballast afladen
h)
De minus kabel van de batterij afnemen
i)
Indien mogelijk de mini-traktor op houtblokken en onder een afdak
zetten of afdekken met een ondoorlaatbaar dekzeil.
Belangrijk !
De negatieve pool van de batterij wegnemen om kortsluiting te vermijden. De
contactsleutel uit het schakelbord nemen. Het is raadzaam om de motor elke
maand enkele minuten te laten draaien om roest te voorkomen.
5.3.15 Starten na een lange rustperiode van de mini-traktor
a)
Alle elementen controleren
b)
De motor enkele minuten laten draaien
de
hete
delen
van
de
motor
richten.
Uit