Belangrijk !
Tijdens het rijden de voet niet op het koppelingspedaal houden. Om de
snelheid te regelen enkel het rijpedaal gebruiken.
Richtingsveranderingen :
Vermijd uit veiligheidsoverwegingen elke ruwe stuurbeweging.
4.4 Remmen en parkeren
a)
Om de motor te sparen minder gas geven
b)
Laat het rijpedaal los tot de traktor tot stilstand komt
c)
Zet de hendel (K) in stationaire opstelling
d)
Trek aan de stophendel (H) en bedien het rempedaal (D)
e)
Laat de voor- en achteraccessoires tot op de grond zakken
Opmerking !
Bij het parkeren van de traktor altijd de rem gebruiken. Bij het staan op een
hellend vlak de wielen blokkeren met een blok.
4.5 Rijden op hellende wegen
Ingeval er op een hellend vlak gereden wordt, moet de trage rijstand gebruikt
worden. Indien de hydraustatische afremming onvoldoende is de voetrem
gebruiken.
Opmerking !
a) Bij een steile afdaling raden wij de aandrijving op alle wielen (4x4)
aan.Het voordeel hiervan is dat de motor op alle wielen afremt.
Wanneer de afdaling terug vlakker wordt, de keuzehendel (P)
opnieuw in ADS TM – stand zetten. Dit proces kan zonder koppelen
gedaan worden.
b) Bij het gebruik van een aanhangwagen hoofdzakelijk deze remmen
Gebruiken.
c) Rij niet schuin op een helling om het omkiepen te vermijden