Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Barbieri HydroTRAC HWD

  • Pagina 2: Hoofdstuk A : Inleiding

    HYDROTRAC HWD – 4 HWD HOOFDSTUK A : INLEIDING Alvorens de nieuwe mini-traktor te gebruiken, is het noodzakelijk dit handboek aandachtig te lezen en alle veiligheidsvoorschriften te leren kennen en na te volgen. Voor uw beslissing in het voordeel va n onze firma bedanken wij u ten zeerste.En het verheugt ons u te onze trouwe klanten te kunnen rekenen.We...
  • Pagina 3 HOOFDSTUK A : INDEX Identificatie van de machine Hfdst 1 : Technische gegevens Technische gegevens Hfdst 2 : Veiligheidsregels Veiligheidsinstallatie Raadgevingen en voorschriften ivm de veiligheid Hfdst 3 : Stuurinrichting en zijn gebruik Indicator en schakelaar Controlelamp Aftakas Hydraulische lift Hfdst 4 : Gebruiksaanwijzing Starten van de motor Afstellen van de motor...
  • Pagina 4 5.3.7 Reinigen en vernieuwen van de filter 5.3.8 Remregeling 5.3.9 Regeling van de koppeling 5.3.10 Regeling van het voorwielspoor 5.3.11 Controle van de batterij 5.3.12 Controle van de stroomkring en de zekeringen 5.3.13 Gebruikelijke opberging van de mini-traktor 5.3.14 Verlengde opberging van de mini-traktor 5.3.15 Starten na een lange rustperiode van de mini-traktor Hfdst 6 : Klachten en garantie Definitie...
  • Pagina 5: Hoofdstuk A : Definitie Van De Machine

    HOOFDSTUK A : DEFINITIE VAN DE MACHINE Identificatie van de machine Wanneer u zich in verbinding stelt met uw vakhandelaar voor een herstelling of voor onderdelen, is het steeds noodzakelijk om de machine met de volgende gegevens te identificeren. A) Model van de machine en chassisnummer •...
  • Pagina 6: Hoofdstuk 1 : Technische Gegevens

    HOOFDSTUK 1 : TECHNISCHE GEGEVENS 1.1 Technische gegevens Grootte (mm) Max. lengte 2.565 Max.breedte Min.breedte Max.hoogte 2.200 Inrit 1.240 Binnen draaicirkel zonder remmen 2.500 Gewicht (kg) zonder cabine Motor Type tweecylinder-Viertakt Watergekoelde dieselmotor Vermogen (PS/KW) 17,7/13 Cylinderinhoud (cm³) Boring (mm) 7,5 x 77,6 Luchtfilter Droogluchtfilter...
  • Pagina 7: Hoofdstuk 2 : Veiligheidsregels

    HOOFDSTUK 2 : VEILIGHEIDSREGELS Snelheidstabel 2.1 Veiligheidsinstallatie De mini-traktor is met een bescherminstallatie uitgerust om de meest voorkomende ongevallen te voorkomen. We noteren achtereenvolgens de standaard bescherminstallatie van de mini-traktor. 1) Interlock systeem : Het is een systeem van schakelaars die een toevallig starten van de machine verhindert zolang niemand het koppelingspedaal indrukt.
  • Pagina 8: Toegang Verbieden Van De Mini-Traktoren

    blijven draaien, moet er voor voldoende verluchting gezorgd worden. Tijdens de onderhoudswerken moet de lift beneden staan en de contactsleutel uit het contact genomen worden. Indien de messen tegen een vreemd voorwerp botsen onmiddellijk de mini-traktor stoppen en de motor afzetten. Daarna de schade bekijken en indien nodig repareren alvorens de werkzaamheden te hervatten.
  • Pagina 9: Veiligheidsmaatregelen Voor Het Gebruik Tijdens Moeilijke Werkomstandigheden

    Tijdens het afdraaien goed de beweging van de achteraangekoppelde werktuigen volgen; ’s Nachts enkel met voldoende verlichting werken. Verander geen instellingen van de werktuigen bij draaiende motor. 2.2.6 Veiligheidsmaatregelen voor het gebruik tijdens moeilijke werkomstandigheden Onder ongunstige omstandigheden moet er doelgericht nagedacht worden over het gebruik.
  • Pagina 10 WAARSCHUWINGSBORDEN : BETEKENIS VAN DE SYMBOLEN Op de machine bevinden zich, naast het CE-kenteken, volgende veiligheidsrichtlijnen. Hun betekenis wordt hier verklaard. Foto 1 : Gevaar ! Voor handen en voeten : Bij toestel in gebruik niet in de omgeving komen. Foto 2 : Gevaar ! Op veilige afstand van de machine blijven...
  • Pagina 11: Stuurinrichting

    HOOFDSTUK 3 : STUURINRICHTING EN ZIJN GEBRUIK 3.1 Stuurinrichting indicatiebord waarschuwingslicht schakelaar voor frontaftakas rempedaal gaspedaal om vooruit te rijden aanzetschakelaar handgashefboom parkeerrem pedaal voor achteruit te rijden snelheidskeuzehefboom zitinstelling Hendel voor lift achter Hendel voor frontlift permanente kracht op de vier wielen In –...
  • Pagina 12: Indicatie En Schakelaar

    3.2 Indicatie en schakelaar Controlepaneel standlicht verbindingslicht voor aanhangwagen dimlicht richtingsaanwijzer groot licht luchtfilter voorverwarmingscontrolelamp tankinhoud controlelamp koelwater- temperatuurindicator motoroliedruk controlelamp alarmtoets batterijspanning toets (totaal) toets (gedeeltelijk) urenteller omschakelingstoets Het alarmlicht brandt als de aanzuigluchtfilter van de motor verstopt is. Vernieuwen : zie hoofdstuk onderhoud.
  • Pagina 13 Voorverwarmingscontrolelamp Het alarmlicht gaat branden bij het verdraaien van de sleutel van OFF naar ON. Het alarmlicht blijft zolang branden als de voorverwarming duurt. Na het uitgaan van de lamp de sleutel naar START draaien en de motor starten. Bij draaiende motor gaat het licht uit. Tankinhoud controlelamp Het alarmlicht gaat branden als de tankinhoud minder dan 3 liter aangeeft.
  • Pagina 14 Batterijspanning Het controlelampje gaat branden als de lichtmachine de batterij bij draaiende motor niet oplaadt. Bij draaiende motor mag dit lampje niet branden. Toets (totaal) : Voor de totale bedrijfsuren weergave Toets (gedeeltelijk) : Voor gedeeltelijke bedrijfsuren Weergave voor volgende indicatoren Motortoerenteller, motor –...
  • Pagina 15 ONDERHOUDSRESET Als één van de twee drempelwaarden bereikt is, gaat de rode lamp van de onderhoudstoets ® aan en uit. Om te weten welk onderhoud uitgevoerd moet worden, moet toets ® ingedrukt worden. Het weergavebord toont het bereikte onderhoud met “0000”. Terwijl het weergavebord het getal “0000”...
  • Pagina 16 De aanzetschakelaar De aanzetschakelaar bevindt zich op het instrumentenbord rechts onder het stuur. De slotschakelaar heeft vier standen : parkeren (tegen wijzerzin), de neutrale stand, rijstand (in wijzerzin) en starten. Parkeren : De sleutel tegwijzerzin draaien. In deze stand werkt de verlichtingsinstallatie ook met uitgeschakelde motor.
  • Pagina 17 Opmerking ! Nadat de instellingshendel werd losgelaten, goed nakijken dat de stoel in één van de voorziene posities gedrukt is. Schakelhendel (HI-LO) De schakelhendel bevindt zich rechts voor de stoel. De schakeling biedt keuze uit twee trappen : LANGZAAM en SNEL. De langzame snelheid weerd met een schildpad uitgerust en de snelle met een haas.
  • Pagina 18 De hendel voor de hoogteregeling van het maaidek (alleen voor achterwielaandrijving) Voor het regelen van de maaidekhoogte op hendel (Q) drukken. Opmerking ! Tijdens het proces de elektromagnetische koppeling uitschakelen en de draaiing van de messen vermijden. De mesfunctie is enkel mogelijk met de gebruiker op de stoel.
  • Pagina 19 Opmerking De vooraftakas is direct met het maaidek verbonden door een elektromagnetische koppeling. De activiteit wordt door de mechanische koppeling niet beïnvloed. Combinatieschakelaar De combinatieschakelaar bevat de richtingsaanwijzer en de claxon. Het pinklicht bevindt zich aan de linkerkant van het instrumentenbord zoals in een normale auto.
  • Pagina 20: Het Starten Van De Motor

    HOOFDSTUK 4 : GEBRUIKSAANWIJZING Vooraleer de mini-traktor te gebruiken, moeten alle systematische controles, die in hoofdstuk 5 beschreve n worden, uitgevoerd worden. Bovendien moeten de veiligheidsregels, die in hoofdstuk 2 behandeld zijn, nogmaals doorgelezen worden tot deze voorschriften volledig beheersd worden. Belangrijk ! Om te starten moet de gebruiker op de stoel zitten en het koppelingssysteem gebruiken.( Interlock-systeem)
  • Pagina 21: Remmen En Parkeren

    Belangrijk ! Tijdens het rijden de voet niet op het koppelingspedaal houden. Om de snelheid te regelen enkel het rijpedaal gebruiken. Richtingsveranderingen : Vermijd uit veiligheidsoverwegingen elke ruwe stuurbeweging. 4.4 Remmen en parkeren Om de motor te sparen minder gas geven Laat het rijpedaal los tot de traktor tot stilstand komt Zet de hendel (K) in stationaire opstelling Trek aan de stophendel (H) en bedien het rempedaal (D)
  • Pagina 22: Gebruik Van De Differentieelblokkering

    4.6 Gebruik van de differentieelblokkering Deze blokkering is onontbeerlijk in noodgevallen. Maar bij verkeerd gebruik kan het gevaarlijk zijn. Gebruiksvoorbeelden : Als een aandrijfwiel los van de grond komt op een oneffen terrein Als de traktor vastzit in de modder Als de grond glad is Als de grond te zacht is, kan de traktor erin wegzakken Bij andere moeilijke werkomstandigheden...
  • Pagina 23: Op - En Afrit Van Het Werkterrein

    4.8 Op – en afrit van het werkterrein Bij het oprijden van het werkterrein moet : de opritbrug gebruikt worden bij een te groot hoogteverschil. Het evenwicht van de mini-traktor in’t oog houden bij niveauverschillen Bij een stijging achterwaards ipv voorwaards gereden worden (onze raadgeving) 4.9 Veiligheid op het werkterrein Het gevaar van het omkiepen van de mini-traktor hangt sterk af van de...
  • Pagina 24 HOOFDSTUK 5 : TABEL VOOR DE PERIODIEKE CONTROLES ELEMENTEN OM DAGELIJKS ONDERHOUD °CONTOLEREN TE CONTROLEREN (bedrijfsuren) 0VERVANGEN *REINIGEN ~WENDEN TOT HANDELAAR 50 125 250 500 1000 JAARLIJKS WISSELEN MOTOR Brandstofcontrole ° Motoroliestand ° contole Koelmiddelstand ° controle Luchtfiltercontrole ° Motorolie wisselen Brandstoffilter wisselen Motoroliefilter...
  • Pagina 25: Systematische Controle Voor Het Gebruik

    5.2 Systematische controle voor het gebruik 5.2.1 Controle van de motorolie Bij uitgeschakelde en koude motor de meetstok eruithalen en de oliestand controleren. De meetstok bevindt zich links onder de motorkap. Trek de meetstok eruit en met een zuivere doek afwrijven. De meetstok er opnieuw insteken en nogmaals uithalen.De oliestand ligt tussen de twee gemarkeerde punten.
  • Pagina 27: Afnemen Van De Zijdelen

    5.3.4 Afnemen van de zijdelen Het demonteren van de zijdelen gaat zeer snel. De schroeven ¼ omdraaien met een schroevendraaier en de zijdelen kunnen afgenomen worden. Daarmee ligt de motor vrij en kan een onderhoud zeer gemakkelijk doorgevoerd worden. 5.3.5 Wisselen van de motorolie De eerste wissel moet na 50 werkuren doorgevoerd worden.
  • Pagina 28: Controle En Vernieuwing Van De Cardanolie

    5.3.6 Controle en vernieuwing van de cardanolie De sluiting (t) met meetstok bevindt zich onder de stoel en is bereikbaar langs de achterkant van de traktor door de stoel naar voren te schuiven. Indien nodig kan de olie met behulp van een trechter bijgevuld worden. (olietype AGIP ROTRA MULTI THT SAE 80 capaciteit 9 l) De afvoersluiting bevindt zich onderaan de cardan (O).
  • Pagina 29: Remregeling

    MOTOROLIEFILTER OF De vernieuwing van de motoroliefilter wordt met OF-E aangeduid. TRANSMISSIE OLIEFILTER OH De vernieuwing van de transmissie oliefilter wordt met OF-H aangeduid. De veelvuldige reinigingen en het vernieuwen werd in het smeringsschema opgenomen. 5.3.8 Remregeling Kijk remmen regelmatig rempedaalbeweging mag niet meer dan 2/3 pedaalindruk bedragen.
  • Pagina 30: Regeling Van Het Voorwielspoor

    5.3.10 Regeling van het voorwielspoor De controle van het spoor bestaat daarin om de twee maten (a) en (b) vast te leggen, zoals de foto het laat zien. Het verschil (b-a) moet 2 tot 4 mm bedragen. Vraag uw vakhandelaar voor de instelling. 5.3.11 Controle van de batterij Indien de mini-traktor problemen zou hebben bij het starte n, raden wij aan om de batterijtoestand...
  • Pagina 31: Gebuikelijke Opberging Van De Mini-Traktor

    5.3.13 Gebuikelijke opberging van de mini-traktor Zorgvuldig wassen van de machine en accessoires na gebruik op natte grond of in modder. De achterlift tot op de grond laten zakken; Indien mogelijk de mini-traktor o nder een afdak plaatsen of afdekken met een ondoorlaatbaar dekzeil.
  • Pagina 32: Hoofdstuk 6 : Klachten En Garantie

    HOOFDSTUK 6 : KLACHTEN EN GARANTIE 6.1 Definitie Onder garantie betekent het vervangen van delen, die na controle van onze technische afdeling, fabricagefouten weergeven. De verzendkosten zijn ten laste van de klant. De niet door ons gemaakte delen (lager, dichtingsring, enz…) vallen niet onder garantie.
  • Pagina 33 HOOFDSTUK 7 : GEBRUIK VAN DE VOORNAAMSTE ACCESSOIRES ELEKTRONISCHE STURING VOOR DE CONTROLE VAN DE AFTAKAS De elektrische installatie voorzien voor de verbinding van een elektronische sturing heeft meerdere functies voor voor- en middenkrukascontrole. De sturing maakt het mogelijk dat de elektromagnetische koppeling per stap aangezet wordt om een gemakkelijker starten van de ruwe accessoires te bekomen.
  • Pagina 34: Verbinding Met De Driepuntsaansluiting

    7.2 Verbinding met de driepuntsaansluiting 1) zuigerslagvork 2) derde punt 3) verstelbare trekstang 4) vaste trekstang 5) spanner voor liftlatten 6) liftlatten Gebruik van het derde punt (2) voor een horizontale opstelling van de accessoires die met driehoekophanging zijn verbonden . a) de accessoires op de grond zetten b) de contramoeren losschroeven c) draai het verbindingsstuk van het derde punt zodat het derde...
  • Pagina 35: Tuinfrees

    7.4 Tuinfrees De tuinfrees met de achterste scharnier verbinden en voorzichtig de verbindingsbuis aan de twee assen niet vergeten. De frees aan de scharnier bevestigen met de overeenstemmende schroef. De hoogte van de freeskap en het maaidek naar gelang de gewenste werkdiepte instellen. Het is aangeraden om vooraan een tegengewicht te plaatsen.

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Hydrotrac 4hwd

Inhoudsopgave