Inhoudsopgave
Advertenties
7 CV-toestel op CV-installatie aanpassen
> De testprogramma's kunnen door het tegelijk indruk-
ken van de toetsen "i" en "+" of door het indrukken
van de ontstoringstoets beëindigd worden.
De testprogramma's worden ook beëindigd als gedu-
rende 15 minuten geen toets wordt ingedrukt.
Weer-
Betekenis
gave
P. 0
Testprogramma voor het ontluchten van CV-circuit,
gasketel en evt. boiler:
Het toestel treedt niet in werking. De toestelinterne
pomp loopt intermitterend. Het testprogramma loopt
ca. 6,5 minuten.
P. 1
Testprogramma waarbij het toestel na succesvolle ont-
steking met vollast gebruikt wordt.
P. 2
Testprogramma waarbij het toestel na succesvolle ont-
steking met minimale gashoeveelheid gebruikt wordt.
P. 5
Testfunctie voor de veiligheidstemperatuurbegrenzing
(VTB): de brander wordt met maximaal vermogen inge-
schakeld, de temperatuurregelaar wordt uitgeschakeld
zodat de brander verwarmt tot de VTB door het berei-
ken van de VTB-temperatuur geactiveerd wordt.
Tabel 7.2 Testprogramma's
7.5
Pompmodi
7.5.1
Bedrijfsmodus "Continue" ( "Comfort-modus")
Activeert u dit via de diagnosecode "d.18", door de
instelling "1" te kiezen.
De pomp loopt, als
– de kamerthermostaat via de klem 3-4-5 warmte
opvraagt en
– de kamerthermostaat of de inbouwregelaar via de
klem 7-8-9 een gewenste waarde van de aanvoertem-
peratuur die hoger dan 30 °C is of via de eBUS hoger
dan 20 °C aangeeft en
– het CV-toestel zich in de wintermodus bevindt (CV-
potentiometer niet op de linksaanslag) en
– de contactthermostaat dicht is.
De pomp wordt uitgeschakeld, als
– een van de hierboven genoemde voorwaarden niet
meer is vervuld en
– de pompnalooptijd is afgelopen.
De branderwachttijd heeft geen invloed op de pomp.
Als een van de voorwaarden tijdens de nalooptijd weg-
valt, wordt deze desondanks beëindigd.
7.5.2
Bedrijfsmodus "Intermitterend"
( "Eco-modus")
Naast de bedrijfsmodus "continue pomp" heeft u de
mogelijkheid de modus "intermitterende pomp" in te
stellen ("d.18" = "3"). Hierdoor bespaart u elektrische
energie voor de pomp.
De pomp wordt na het beëindigen van de branderfunctie
en 5 minuten naloop uitgeschakeld en telkens binnen 30
minuten een keer gedurende 5 minuten ingeschakeld
40
om de energie van het verwarmingswater volledig te
benutten.
Als er een temperatuurvoeler in de retour is aangeslo-
ten: Daalt de retourtemperatuur van het verwarmings-
water snel, dan loopt de pomp (binnen 30 minuten) lan-
ger dan de minimale looptijd van vijf minuten.
De bedrijfsmodus "intermitterend" telkens van de bran-
derstart worden onderbroken. De pomp loopt in normale
CV-functie.
7.6
Wachttijd en CV-deellast
De maximale branderwachttijd voor CV-bedrijf stelt u
onder "d.2" in.
De ecoVIT exclusiv is met een automatische CV- en boi-
lerlaaddeellastbesturing uitgerust. Zolang de diagnose-
punten "d0" resp. "d77" op de maximumwaarde staan,
wordt de betreffende deellast aan de hand van de actu-
ele branderbelasting permanent geoptimaliseerd. Na
net-uit resp. het indrukken van de ontstoringstoets
wordt de actueel vastgestelde waarde op maximumver-
mogen gereset om instel- en testprocedures niet te hin-
deren.
De CV-deellast kan indien nodig onder "d.0" en de boi-
lerlaaddeellast onder "d.77" vast ingesteld worden. De
automaat is buiten werking als een kleinere waarde dan
de maximumwaarde ingesteld wordt.
7.7
Aanloopgedrag
Bij een warmtevraag gaat de gasgestookte ketel gedu-
rende ca. 15 sec. in de status "S.2" (pomp start), daarna
wordt de ventilator gestart ("S.3").
Na het schakelen van de luchtdrukschakelaar en als
starttoerental is bereikt, wordt de gasklep geopend en
de brander gestart (status "S.4").
De gasgestookte ketel loopt nu naargelang de keteltem-
peratuur 30 tot 60 seconden met minimaal vermogen
en wordt daarna afhankelijk van de afwijking van de
berekende gewenste toerentalwaarde ingesteld.
Installatiehandleiding ecoVIT exclusiv 0020077397_02
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
