Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Gebruik Van Het Interne Netwerk - REMKO KWD EC Series Montage- En Gebruikershandleiding

Koudwater-plafondcassettes met ec-ventilatoren in het 2-leidingsysteem
Inhoudsopgave

Advertenties

REMKO serie KWD EC
Gebruik van het
interne netwerk
Door het parallel verbinden
met behulp van een busleiding
(accessoire) kunnen max. 32
apparaten gelijktijdig worden
bediend. De apparaten kunnen
parallel op deze kraag (intern
netwerk) teruggrijpen.
Het netwerk kan een leidend
apparaat (master) en tot max. 31
volgapparaten (slave) bevatten.
De apparaten zijn onderling
verbonden via een drie-aderige,
afgeschermde busleiding.
De minimum diameter is 1,0 mm²
met een maximale kabellengte in
het netwerk van 500 m (polariteit
in acht nemen!).
Het einde van het netwerk moet
worden gemarkeerd door een
geplaatste jumper JP1.
De adressering geschiedt door
instelling van de switch-schakelaar
SW1 t/m SW6 (zie hoofdstuk
"Configuratie").
Elektrisch aansluitschema intern netwerk
Netwerkleiding naar het
volgende apparaat mogelijk
30
Netwerk met infrarood
afstandsbedieningen
De standaard infrarood-
afstandsbediening bedient een
master-apparaat. Alle slave-
apparaten worden overeenkomstig
de programmering ingesteld.
De gebruiksspecifieke bediening
van elk afzonderlijk slave-
apparaat kan met de infrarood-
afstandsbediening of met de
bekabelde afstandsbediening
(accessoire) plaatsvinden.
Uitvoering
De adressering van de
apparaten geschiedt middels
het wijzigen van de DIP-
schakelstanden van het DIP-
schakelblok 2.
3-aderig, afgeschermd
Netwerkleiding ter plaatse
Apparaat nr. 0
(Master)
JP1 geplaatst, signaleert het
laatste apparaat in het netwerk
Netwerk met bekabelde
afstandsbedieningen
De als accessoire verkrijgbare
bekabelde afstandsbediening
bedient een master-apparaat.
Alle slave-apparaten met bekabelde
afstandsbedieningen kunnen door
het master-apparaat afzonderlijk
direct of als totale groep worden
geprogrammeerd.
De gebruiksspecifieke bediening
van elk afzonderlijk
slave-apparaat kan geschieden met
de bekabelde afstandsbediening
(accessoire).
Uitvoering
De adressering van de
master- en slave-apparaten wordt
bewerkstelligt via de configuratie
van de bekabelde afstandsbediening
(zie afzonderlijke
montagehandleiding).
3-aderig, afgeschermd
Netwerkleiding ter plaatse
Apparaat nr. 1
(Slave)
laatste
apparaat
(Slave)
Apparaat
nr. 2
(Slave)
3-aderig, afgeschermd
Netwerkleiding
ter plaatse
voorlaatste
apparaat
(Slave)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave