REMKO serie KWD EC
Configuratie
De apparaten kunnen door een
overeenkomstige instelling van de
DIP-schakelblokken 1 t/m 3, ook
achteraf worden aangepast aan de
vereisten.
Het DIP-schakelblok 1 configureert
apparaatspecifieke kernwaarden
en moet overeenkomstig de
onderstaande tabel zijn ingesteld.
Het DIP-schakelblok 2 configureert
de netwerkadressering binnen
een bus en het DIP-schakelblok 3
configureert de werking van het
apparaat.
DIP1:
SW
SW
Apparaattype
1
2
KWD 25EC
ON
OFF OFF OFF
KWD 35EC
ON
OFF OFF OFF
KWD 45EC
OFF
ON
KWD 55EC
OFF OFF
KWD 70EC
ON
OFF OFF OFF
KWD 85EC
ON
ON
KWD 100EC
OFF OFF
DIP-schakelblokken 1 t/m 3
DIP-schakelblok 1
Voorbeeld
Switch SW1
SW1 t/m 6
Switch SW2
van DIP2
DIP3:
Functielogica
2-leidingsysteem koelen/verwarmen
2-leiding met E-verwarmingsregister (back-up) OFF OFF ON
2-leiding alleen koelbedrijf
2-leiding met E- verwarmingsregister (1e niveau) OFF ON ON
4-leiding zonder E-verwarmingsregister
4-leiding met E-verwarmingsregister (back-up) ON ON ON
Gebruik van een regelklep
Gebruik zonder regelklep
Verwarmingsbedrijf ventilatorbedrijf >36 °C
Verwarmingsbedrijf ventilatorbedrijf >28°C
Ventilatorbedrijf close-loop
Ventilatorbedrijf open-loop
Naverwarmingsbedrijf ventilator niet actief
Naverwarmingsbedrijf ventilator actief
Gebruik van de interne regeling
Gebruik van externe regelingen
28
De configuratie vindt plaats
middels de witte schuifschakelaar
SW1-4 van DIP1, SW1-6 van DIP2
en SW 1-8 van DIP3.
Voor de eerste ingebruikname
moeten de volgende instellingen
overeenkomstig het gebruik
worden uitgevoerd.
Apparaatconfiguratie (DIP1)
Door het instellen van deze
DIP-schakelaar krijgt de
geïntegreerde regeling bepaalde
kenwaarden die nodig zijn voor
een betrouwbaar regelgedrag
en optimaal apparaatgebruik.
SW
SW
Hierbij mag uitsluitend de voor
3
4
het overeenkomstige apparaat
aangegeven configuratie worden
OFF OFF
geselecteerd, aangezien alleen
ON
OFF
zo een optimaal aangepast
regelgedrag kan worden
OFF OFF
gewaarborgd.
ON
OFF
DIP-schakelblok 2
DIP-schakelblok 3
Switch SW6
Switch SW3
Switch SW5
Switch SW4
SW
SW
SW
1
2
3
OFF OFF OFF
OFF ON OFF
ON ON OFF
SW
SW
SW
SW
SW
4
5
6
7
8
ON
OFF
ON
OFF
ON
OFF
ON
OFF
ON
OFF
Netwerkconfiguratie (DIP2)
De adressering van het leidende
apparaat (master) en de
volgapparaten (slave) wordt door
schakelblok DIP2 gerealiseerd.
Functielogistiek (DIP3)
De apparaten kunnen voor een
aantal toepassingsmogelijkheden
en -vereisten worden gebruikt.
Met behulp van het schakelblok
DIP3 zijn de volgende instellingen
mogelijk:
SW 1-3: In 2-leiding of 4-leiding
functie
SW 4:
Gebruik van een klep
SW 5:
Ventilatorfunctie in de
verwarmingsfase
SW 6:
Ventilatorcommunicatie
SW 7:
Ventilatorfunctie in het
naverwarmingsbedrijf
SW 8:
Interne/externe regeling
DIP2:
SW
SW
SW
Netwerk
1
2
3
Master
OFF OFF OFF OFF OFF ON
Slave 1
OFF OFF OFF OFF OFF OFF
Slave 2
ON OFF OFF OFF OFF OFF
Slave 3
OFF ON OFF OFF OFF OFF
Slave 4
ON ON OFF OFF OFF OFF
Slave 5
OFF OFF ON OFF OFF OFF
ON OFF ON OFF OFF OFF
Slave 6
Slave 7
OFF ON ON OFF OFF OFF
Slave 8
ON ON ON OFF OFF OFF
OFF OFF OFF ON OFF OFF
Slave 9
Slave 10
ON OFF OFF ON OFF OFF
Slave 11
OFF ON OFF ON OFF OFF
Slave 12
ON ON OFF ON OFF OFF
Slave 13
OFF OFF ON ON OFF OFF
Slave 14
ON OFF ON ON OFF OFF
Slave 15
OFF ON ON ON OFF OFF
Slave 16
ON ON ON ON OFF OFF
Slave 17
OFF OFF OFF OFF ON OFF
Slave 18
ON OFF OFF OFF ON OFF
Slave 19
OFF ON OFF OFF ON OFF
Slave 20
ON ON OFF OFF ON OFF
Slave 21
OFF OFF ON OFF ON OFF
Slave 22
ON OFF ON OFF ON OFF
Slave 23
OFF ON ON OFF ON OFF
Slave 24
ON ON ON OFF ON OFF
Slave 25
OFF OFF OFF ON ON OFF
Slave 26
ON OFF OFF ON ON OFF
Slave 27
OFF ON OFF ON ON OFF
Slave 28
ON ON OFF ON ON OFF
Slave 29
OFF OFF ON ON ON OFF
Slave 30
ON OFF ON ON ON OFF
Slave 31
OFF ON ON ON ON OFF
Slave 32
ON ON ON ON ON OFF
SW
SW
SW
4
5
6