12
Aansluiting tweede ruimte
max. 7 m
Hoofdruimte
Condensaansluiting
Door de dauwpuntonderschrijding bij
het register ontstaat condens tijdens
koelbedrijf.
Onder het koelblok bevindt zich
een opvangbak met seriematige
condenspomp en vlotterschakelaar.
Als de vlotterschakelaar op basis
van een gebrekkige afvoer van de
condens een veiligheidsuitschakeling
veroorzaakt, schakelt de pomp direct
in en loopt deze nog ca. drie minuten
na.
De in het gebouw gemonteerde
■
condensleiding moet verlegd
worden met een verval van
minimaal 2%. Monteer eventueel
dampdiffusiedichte isolatie.
Condensaansluiting - fout!
Ver liggende stijgleiding
Geen verval/stijgingen
Tweede ruimte
Bevindt het niveau van de
■
condensleiding op het apparaat
zich boven de apparaatuitlaat,
moet de leiding direct verticaal
naar boven en daarna met verval
naar de afvoer te worden.
De condensleiding van het
■
apparaat vrij invoeren in de
afvoerleiding. Ingeval condens in
een afwaterleiding gevoerd wordt,
voorzie een sifon als geurafsluiting.
Bij gebruik van het apparaat
■
bij een buitentemperatuur van
minder dan 0 °C moet worden
gelet op een vorstvrije plaatsing
van de condensafvoer.
Monteer eventueel een
lintverwarming langs de leiding.
Te grote/kleine condensleiding
Geen vrije afvoer, tegendruk aan de luchtzijde
13
Frisse luchtaansluiting
Na het verleggen controleren op
■
een vrije afvoer van het condens
en zorgen voor een permanente
lekdichtheid.
De maximale afvoercapaciteit
van de condensaatpomp
bedraagt 1000 mmWS. Door
andere invloeden, zoals bijv.
tegendruk aan luchtzijde,
vervuiling of slijtage, kan er
een capaciteitsvermindering
ontstaan. Om een veilige
functie te garanderen, raden
wij aan om de maximale
afvoerhoogte van 800 mm niet
te overschrijden!
Condensaansluiting - goed!
min. 2% verval, vrije inloop
Buiten-
luchtin-
laat
Binnen
Buiten
LET OP
16-20 mm
Transportver-
mogen max.
1000 mmWS,
Aanbevolen:
max. 800 mm
hoogteverschil
max. 100 mm
25