FAN-Toets
SILENT-Toets
TURBO-Toets
Na het indrukken van de toets "FAN" wordt in het display de
ventilatorsnelheid "AUTO" weergegeven. Elke verdere bediening van de
toets leidt tot een hogere (H), gemiddelde (M) en lage (L) instelling van
de snelheid.
In de instelling AUTO selecteert de regeling zelf het ventilatortoerental.
Hoe verder de gewenste temperatuur van de werkelijke temperatuur is
verwijderd, hoe hoger de snelheid is. In alle overige niveaus is een vast
toerental ingesteld.
VENTILATOR
Automatisch
Niveau H
Door het bedienen van de toets "SILENT" wordt het ventilatortoerental
extra laag ingesteld en zal het ventilatorpictogram gaan knipperen. Dit
niveau wordt gebruikt om bijv. de geluidsemissie te reduceren.
Na het indrukken van de toets "FAN" wordt de SILENT-modus weer
uitgeschakeld.
SILENT
Automatisch
Niveau SILENT
Door het bedienen van de toets "TURBO" wordt het ventilatortoerental
extra hoog ingesteld en zal het ventilatorpictogram van niveau H gaan
knipperen. Dit niveau wordt gebruikt om bijv. de ruimte sneller te laten
afkoelen resp. te verwarmen.
Na het indrukken van de toets "FAN" wordt de TURBO-modus weer
uitgeschakeld.
TURBO
Automatisch
Niveau TURBO
VENTILATOR
VENTILATOR
Niveau M
VENTILATOR
VENTILATOR
Niveau L
13