Het veiligheidssysteem
gebruiken
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Niet-aangesloten of beschadigde
interlockschakelaars kunnen onverwachte
gevolgen hebben op de werking van de machine.
Dit kan lichamelijk letsel veroorzaken.
• Laat de interlockschakelaars ongemoeid.
• Controleer elke dag de werking van
de interlockschakelaars en vervang
beschadigde schakelaars voordat u de
machine weer in gebruik neemt.
• Vervang schakelaars om de twee jaar
ongeacht of ze wel of niet naar behoren
functioneren.
Werking van het veiligheidssysteem
Het veiligheidssysteem is bedoeld om starten van de
motor alleen mogelijk te maken wanneer:
• De bestuurder op de stoel zit.
• Het rempedaal is ingetrapt.
• De grasmesknop is uitgeschakeld.
• Het tractiepedaal in de neutraalstand staat.
Het veiligheidssysteem zorgt ervoor dat de motor
wordt gestopt als u de bestuurdersstoel verlaat terwijl
het tractiepedaal niet in de neutraalstand staat, de
parkeerrem niet in werking is gesteld of de aftakas is
ingeschakeld.
Het veiligheidssysteem zorgt ervoor dat de maaimachine
wordt gestopt, wanneer:
• U de machine in de achteruit stand zet terwijl de
maaimessen zijn ingeschakeld.
• U de grasvanger verwijdert of leegstort.
KeyChoice
®
schakelaar instellen voor
Werken in de achteruit-stand
Dankzij een interlockschakelaar op de machine wordt
de aftakas uitgeschakeld als u achteruitrijdt. Als u de
rijsnelheidshendel in de achteruitstand zet terwijl de
messen (aftakas) zijn ingeschakeld (dat wil zeggen
als er maaimessen of andere werktuigen in gebruik
zijn), zal de motor afslaan. Maai uitsluitend in de
achteruitstand, als dat strikt noodzakelijk is.
Als u de maaimessen moet gebruiken terwijl u
achteruitrijdt, moet u de interlockschakelaar uitzetten
met behulp van de KeyChoice-schakelaar die zich naast
de beugel van de bestuurdersstoel bevindt (Figuur 13).
1. KeyChoice-schakelaar
Wanneer u achteruitrijdt terwijl de maaimessen
of andere werktuigen in gebruik zijn, bestaat
het gevaar dat u een kind of een andere
omstander overrijdt, met ernstig letsel of de
dood tot gevolg.
• Maai uitsluitend in de achteruitstand, als
dat strikt noodzakelijk is.
• Steek het KeyChoice-sleuteltje alleen in
de KeyChoice-schakelaar als dit strikt
noodzakelijk is.
• Kijk altijd omlaag en achterom vóór en
tijdens het achteruitrijden.
• Gebruik de KeyChoice-schakelaar alleen
wanneer u er zeker van bent dat er geen
kinderen of andere omstanders binnen het
maaigebied zullen komen.
• Let heel goed op als u de interlockschakelaar
hebt uitgezet: door het lawaai van de motor
merkt u mogelijk niet dat een kind of andere
omstander zich in het maaigebied bevindt.
• Verwijder altijd zowel het contactsleuteltje
als het KeyChoice-sleuteltje en bewaar
ze op een veilige plaats buiten het bereik
van kinderen of onbevoegde gebruikers,
wanneer u de machine onbeheerd achterlaat.
1. Schakel de maaimessen in.
2. Steek het KeyChoice-sleuteltje in de schakelaar
(Figuur 13).
15
Figuur 13