Algemeen overzicht
van de machine
Bedieningsorganen
Zorg dat u vertrouwd bent met de bedieningsorganen
voordat u de motor start en de machine gebruikt
(Figuur 3).
1. Ontsteking/Lichtschakelaar 7. Pedaal vooruit versnelling
2. Gashendel
3. Rempedaal
4. Parkeerremhendel
5. Aftakasknop
6. Opening motorkap
Figuur 3
8. Pedaal achteruit
versnelling
9. Chokehendel
10. Urenteller
11. Cruise control
12. Bag-on-demand pedaal
Gebruiksaanwijzing
Opmerking: Bepaal vanuit de normale
bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de
machine.
Brandstof bijvullen
Gebruik loodvrije, normale benzine voor automobielen
(octaangetal minimaal 85). U mag ook gelode benzine
gebruiken als er geen loodvrije benzine verkrijgbaar is.
Belangrijk: Gebruik nooit methanol, benzine
die methanol bevat, gasohol die meer dan 10%
ethanol bevat, benzine-additieven, superbenzine of
wasbenzine omdat dit kan leiden tot schade aan
het brandstofsysteem. Geen olie bij de benzine
mengen.
In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst
ontvlambaar en zeer explosief. Brand of
explosie van benzine kan brandwonden bij u of
anderen en materiële schade veroorzaken.
• Vul de brandstoftank in de open lucht
wanneer de motor koud is. Eventueel
gemorste benzine opnemen.
• Vul de brandstoftank niet helemaal vol. Vul
de brandstoftank tot maximaal 6 tot 13 mm
vanaf de onderkant van de vulbuis. Deze
ruimte in de tank geeft benzine de kans om
uit te zetten.
• Rook nooit wanneer u met benzine bezig
bent, en houd de brandstof weg van open
vuur of vonken.
• Bewaar benzine in een goedgekeurd vat of
blik en buiten bereik van kinderen. Koop
nooit meer benzine dan u in 30 dagen kunt
opmaken.
• Zet benzinevaten altijd op de grond en uit
de buurt van het voertuig alvorens de tank
bij te vullen.
...
10