SCHÄFFER MASCHINENFABRIK GmbH
Auf den Thränen/ 59597 Erwitte/ Tel.: 02943/9709-0/ Fax.: 02943/9709-50
4.6 Onderhoud van de reminstallatie
De achteras van de lader is uitgerust met een mechanische trommelrem. De bediening
kan zowel door middel van het voetpedaal (bedrijfsrem) als door middel van de hand-
remhendel (blokkeerrem) plaatsvinden. Hierbij worden de bedieningskrachten via trek-
kabels naar de rem overgebracht. Een hendel - nokkensysteem bestuurt de remwerking.
Instelling van de reminstallatie:
Bij het instellen van de reminstallatie moet de volgende volgorde in acht worden geno-
men:
•
Eerst moet de bedrijfsrem worden ingesteld. Dit gebeurt aan de kabeltrek naar het
voetpedaal. Daarbij dient er op te worden gelet, dat de kabeltrek van de blokkeerrem
voldoende speling heeft. De voetrem moet zodanig worden ingesteld, dat na ca. ¾
pedaalweg de volledige remwerking wordt bereikt.
•
Als tweede punt volgt de instelling van de blokkeerrem. Dit gebeurt aan de kabeltrek
van de handremhendel. De instelling dient zodanig te worden uitgevoerd, dat bij ont-
spannen handremhendel het voetpedaal net in zijn bovenste positie (rem los) kan
worden gezwenkt. Bij het aantrekken van de handremhendel wordt het voetpedaal
automatisch mee geactiveerd.
Let op!
2030/0021/2012
•
Uitsluitend ATF-olie in de reminstallatie doen!
•
Het rijden met opgetrokken of verkeerd inge-
stelde blokkeerrem kan leiden tot een overver-
hitting van de rem den daardoor tot een vernie-
ling van de handreminstallatie!
81