SCHÄFFER MASCHINENFABRIK GmbH
Auf den Thränen/ 59597 Erwitte/ Tel.: 02943/9709-0/ Fax.: 02943/9709-50
6.2 Als het vermogen onvoldoende is
Oorzaak
Brandstof is dikvloei-
baar en stroomt niet
Koolstofdepots aan de
opening van het injec-
tiemondstuk
De compressie is on-
voldoende. De kleppen
lekken.
Onvoldoende brand-
stoftoevoer
Oververhitting bewe-
gende onderdelen
Foutieve klepspeling
Vervuild luchtfilter
Foutieve Brandstofin-
spuitingsdruk
Slijtage van de injec-
tiepomp
2030/0021/2012
Maatregelen
Controle brandstoftank en brandstoffilter.
Verwijdering van water, vuil en andere verontreinigingen.
Bij het reinigen van de openingen de injectie van het mond-
stukerop letten, dat de opening niet beschadigd wordt.
Controleren van het mondstuk op perfect functioneren. Als
dit niet het geval is, moet deze worden vervangen.
Slechte kleppen of te grote slijtage van de zuigerringen,
zuiger en cilinders veroorzaken onvoldoende compressie.
Door nieuwe onderdelen vervangen.
Kleppen afschuren.
Controle van de brandstofleidingen.
Elektrische brandstofpomp controleren.
Vervuilde brandstoffilter.
Controleren van het smeersysteem.
Controleren van de motoroliedruk.
Controleren, of het motorfilter perfect functioneert.
Filternetten of filterelementen, die door verontreiniging
dichtzitten, veroorzaken slechte smering. In dit geval moet
het filterelement worden vervangen.
Controleren, of de lagerspeling met de specificaties van de
fabrikant overeenkomt.
De klepstanden instellen, als de motor koud is.
Het onderdeel om de 100 bedrijfsuren reinigen.
De druk precies afstellen.
Geen brandstof van slechte kwaliteit gebruiken, deze ver-
oorzaakt een slijtage aan de pomp. Slechts dieselbrandstof
no.2-D.
Controleren van de brandstofinjectiepomp en de klepsturing
en, indien nodig, deze vervangen.
104