Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Datacommunicatie-Interfaces; Verpleegsteroproepinterface; Barcodelezerinterface; Seriële Rs232-Interface (Waar Aangebracht) - CareFusion Alaris Gateway Werkstation Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor Alaris Gateway Werkstation:
Inhoudsopgave

Advertenties

Datacommunicatie-interfaces

De gebruiker dient vertrouwd te zijn met de datacommunicatie-interfaces die beschikbaar zijn op het werkstation voordat wordt geprobeerd
om het apparaat op client-/serversystemen aan te sluiten . Foutieve aansluiting van datacommunicatiekabels heeft geen beschadiging van
het apparaat tot gevolg, maar kan er wel toe leiden dat het werkstation pas weer normaal werkt wanneer de fout is opgelost .
Opgelet:
Wanneer de datacommunicatiekabels worden aangesloten op het werkstation moeten voorzorgsmaatregelen
worden genomen ter voorkoming van elektrostatische ontladingen. Het is mogelijk dat de bescherming tegen
elektrostatische ontlading niet werkt als de pinnen van de connectors worden aangeraakt.

Verpleegsteroproepinterface

Een verpleegsteroproepinterface is beschikbaar en wordt geactiveerd wanneer een willekeurige pomp aangesloten op het werkstation
overgaat op de alarm- of waarschuwingstoestand . De verpleegsteroproepinterface kan worden aangesloten voor gebruik in normaal
open of gesloten contactpositie . Controle van de verpleegsteroproepinterface wordt iedere keer wanneer u het werkstation aanzet
automatisch geactiveerd .
De verpleegsteroproepinterface op het werkstation biedt een enkel aansluitpunt voor een verpleegsteroproepsysteem . Deze
verpleegsteroproep wordt geactiveerd wanneer de pomp een alarm of een waarschuwingsconditie doorgeeft aan het werkstation
via het IrDA-interface . De communicatie van dergelijke alarm- of waarschuwingsconditie kan worden onderbroken wanneer de pomp
bijvoorbeeld niet goed is aangesloten op het werkstation . CareFusion raadt u aan, in situaties waar de verpleegsteroproepinterface van
groot belang is, deze direct aan te sluiten op de verpleegsteroproepinterface op de pomp .
Opgelet:
Wees erop verdacht dat de interface defect kan zijn als deze niet werkt wanneer het werkstation aan wordt
gezet. Stel het werkstation buiten bedrijf en neem contact op met een bevoegde onderhoudstechnicus.

Barcodelezerinterface

Op het werkstation kan een barcodelezer worden aangesloten . De interface van het werkstation zorgt voor de stroomvoorziening en
een seriële data-aansluiting naar de barcodelezer . De barcodelezer is zo geconfigureerd dat deze barcodes van het type EAN kan lezen .
Seriële RS232-interface (waar aangebracht)
U kunt een enkel RS232-apparaat aansluiten op het werkstation . Dankzij deze elektrisch geïsoleerde interface kunnen pompen
met RS232-poorten die niet compatibel zijn met de MDI-element-interface, en medische apparaten van andere fabrikanten in het
werkstation worden geïntegreerd .
Het is een optie om het Werkstation te voorzien van nog drie RS232 aansluitingen om apparaten op aan te sluiten .

Ethernetinterfaces

Het werkstation kan worden gebruikt op een 10 Base-T/100 Base-Tx geschakeld LAN . Met een DHCP-clientservice kan een vaste of
dynamische netwerkadressering van het werkstation plaatsvinden . Op dezelfde manier wordt ook een DNS-client toegewezen . De
configuratie van deze client-services geschiedt via de webservice . De ethernetaansluiting op het werkstation is elektrisch geïsoleerd .

Draadloze ethernetinterface (waar aangebracht)

Het werkstation kan worden gebruikt met een IEEE 802 .11b 2,4 GHz draadloos LAN . SSID draadloze groepselectie wordt ondersteund,
net als data-encryptie met 128 bit WEP keys . De configuratie van de draadloze ethernetinterface geschiedt via de webservice .
De geïntegreerde diversiteitsdipoolantenne is in de draadloze LAN PSMCIA-kaart ingebouwd op het werkstation .

Hulpinterface

Waar het gebruik van één enkel, groot werkstation niet praktisch is, kunnen twee kleinere werkstations aan elkaar worden gekoppeld
om te fungeren als één werkstation . De werkstations aan elkaar koppelen:
1 . Zorg dat uitsluitend één werkstation is uitgerust met de communicatie-upgrade (opties 2 of hoger) en is verbonden met de
externe client .
2 . Koppel de twee werkstations aan elkaar met een standaard CAT5e-ethernetkabel die in de extra connector (rode ethernetpoort)
op elk werkstation moet worden gestoken .
3 . De infuusgegevens van elk werkstation worden automatisch geïntegreerd waardoor één enkele aansluiting op de externe client
wordt gevormd .
Opgelet:
De systeemfoutindicator wordt geactiveerd als een ander apparaat dan een correct geconfigureerd
werkstation op de extra connector wordt aangesloten.
1000DF00423 Uitgave 4
Alaris® Gateway Werkstation
Datacommunicatie-interfaces
16/28

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave