Een pomp aanbrengen
1 . Houd de pomp horizontaal en druk de pomp in het MDI-element . Bij correcte positionering zal de draaiende kam 'vastklikken' op
de rechthoekige stang waarbij de voedingsuitgang in de gleuf op de pomp past . Zorg ervoor dat de kamhendel in de achterwaartse
stand staat .
2 . Controleer of de voedingsindicator op de pomp brandt . Er is pas voeding of datacommunicatie beschikbaar als de pomp correct op
het MDI-element is aangebracht .
Bij gebruik van volumetrische pompen bij het werkstation, wordt aanbevolen de infuuszakjes aan een haakje te hangen recht boven de
pomp waarbij deze worden gebruikt . Hierdoor wordt de kans kleiner dat lijnen in elkaar verstrikt raken als er meerdere volumetrische
pompen worden gebruikt .
Als een pomp wordt verwijderd en vervangen terwijl het werkstation is ingeschakeld, kan het 10 seconden duren
A
voordat de pomp wordt herkend.
Opgelet:
De locatie van de pompen die zijn aangebracht op het werkstation (boven of onder de patiënt) kan een risico
vormen van overheveling of overmatige druk. Raadpleeg de relevante gebruiksaanwijzing voor nadere informatie.
Opgelet:
Controleer voordat u een infusie start met een volumetrische pomp of de infuusset in de pomp is aangesloten
aan de correcte infuuszak.
Een pomp verwijderen
1 . Houd de pomp met beide handen vast, druk de ontgrendelinghendel aan de rechterkant van de pomp naar achteren .
2 . Houd de hendel naar achteren en trek de pomp horizontaal naar u toe .
3 . Controleer of de rode LED-indicator op het MDI-element uit is nadat de pomp is verwijderd .
Opgelet:
Als de indicator in het MDI-element brandt wanneer er geen infuuspomp is aangesloten op dat MDI-element,
dan kan er sprake zijn van een storing in het MDI-element. Stel het werkstation buiten bedrijf en neem contact
op met een bevoegde onderhoudstechnicus.
1000DF00423 Uitgave 4
Alaris® Gateway Werkstation
Bediening van het werkstation
15/28