4. Haak de houder van de brandstoftank vast aan de
achterzijde van de brandstoftank en schuif het uiteinde
van de houder in de opening in de beugel van de
brandstoftank (Fig. 4).
5. Zet de houder vast aan de beugel van de brandstoftank
met een moer (Fig. 4). Draai de moer niet te vast aan.
6. Verwijder de rode dop van het uiteinde van de
brandstofslang en van het uiteinde van de
elleboog-fitting op de brandstoftank (Fig. 5).
Figuur 5
1. Klem voor brandstofleiding
2. Brandstofslang
7. Schuif het uiteinde van de brandstofslang op de
elleboog-fitting (Fig. 5).
8. Zet de brandstofslang vast met de klem voor de
brandstofslang (Fig. 5).
Het luchtfilterdeksel monteren
1. Steek de lipjes in de bodem van het luchtfilterdeksel in
de sleuven (Fig. 6).
Figuur 6
1. Sleuven
2. Lippen
2. Draai het deksel omhoog en klik het vast op zijn plaats
(Fig. 6).
m-2943
3. Elleboog-fitting
m-196
3. Deksel
4. Bougiekabel
De afsluiter van de
afvoertunnel monteren
1. Open het deurtje van de afvoer door de handgreep naar
voren te trekken en naar achteren te bewegen (Fig. 7).
Houd de handgreep van het afvoerdeurtje vast om te
voorkomen dat het veerdeurtje dichtslaat terwijl u de
afsluiter monteert.
Figuur 7
1. Handgreep afvoerdeurtje
2. Omdat de afsluiter iets wijder is dan de opening van de
afvoertunnel, moet u de afsluiter een stukje naar rechts
draaien als u deze monteert (Fig. 7).
Opmerking: Let erop dat de pijl op de sticker van de
afsluiter omhoog wijst.
3. Druk de afsluiter helemaal naar binnen totdat de
veerklem op de onderkant van de afsluiter vastklikt op
zijn plaats zodat de afsluiter stevig is bevestigd in de
afvoertunnel (Fig. 8).
Figuur 8
1. Veerklem
4. Laat de handgreep van het afvoerdeurtje los om de
bovenkant van de afsluiter vast te zetten.
9
1
2
m–262
2. Afsluiter gedraaid naar
rechts
1
m–275