4. Verwijder vuil en maaisel met een hardhouten
schraper. Vermijd bramen en scherpe randen.
5. Zet de maaimachine weer rechtop.
6. De brandstoftank vullen.
7. Sluit de bougiekabel aan op de bougie.
De afvoertunnel en de afsluiter
reinigen
U moet de afsluiter van de afvoertunnel verwijderen en
reinigen telkens nadat u de maaimachine hebt gebruikt.
Het deurtje van de afvoertunnel moet altijd goed gesloten
zijn als de handgreep wordt losgezet. Indien het
afvoerdeurtje niet goed kan worden gesloten als gevolg
van rommel, moet de binnenzijde van de afvoertunnel en
het deurtje grondig worden gereinigd.
Waarschuwing
Maaisel en andere voorwerpen kunnen worden
uitgeworpen uit een geopende afvoertunnel en
ernstig of dodelijk letsel toebrengen aan de
bestuurder of de omstanders.
Start of gebruik de maaimachine pas nadat u één
van de volgende zaken heeft gecontroleerd:
De afsluiter van de afvoertunnel zit stevig vast
in de afvoertunnel.
De graszak zit stevig op zijn plaats.
De optionele zijafvoerset zit stevig op zijn plaats.
Het deurtje van de afvoertunnel is gesloten.
Onderhoud van het luchtfilter
U moet het luchtfilter om de 25 bedrijfsuren reinigen. Dit
moet vaker gebeuren als de maaimachine wordt gebruikt
in stoffige of vuile omstandigheden.
1. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende delen
tot stilstand gekomen zijn.
2. Maak de bougiekabel los van de bougie (Fig. 16).
Figuur 16
1. Bougiekabel
2. Hulpstartknop
3. Licht de lipjes op de bovenkant van het luchtfilter-
deksel op en draai het deksel omlaag (Fig. 16). Reinig
het deksel grondig.
4. Als de buitenkant van het schuimelement vuil is, moet
u dit verwijderen van het luchtfilterhuis. Reinig het
deksel grondig.
A. Was het schuimelement in een oplossing van
vloeibare zeep en warm water. Knijp het goed uit
om het vuil te verwijderen, zonder te wringen
omdat het schuim dan kan scheuren. Grondig
uitspoelen in schoon water.
B. Droog het schuimelement door dit te wikkelen in
een schone doek. Knijp de doek en het
schuimelement uit om het droog te laten worden.
C. Drenk het schuimelement door en door in
motorolie. Knijp het element uit om overtollige
olie te verwijderen en de olie goed te verdelen. Het
element moet vochtig zijn.
5. Zet het schuimelement en het luchtfilterdeksel weer
terug op hun plaats.
Belangrijk
Gebruik de motor niet zonder het
luchtfilterelement omdat dit kan leiden tot overmatige
slijtage en beschadiging van de motor.
17
m-196
3. Schuimelement
4. Deksel