Probleem
De maaimachine of de motor trilt
abnormaal
Ongelijkmatig maaipatroon
Afvoertunnel verstopt
De zelfaandrijving van de
maaimachine werkt niet.
Mogelijke oorzaken
1. Het mes is verbogen of uit
balans.
2. De bevestigingsbout van het
maaimes zit los.
3. De onderkant van het maaidek
is bedekt met maaisel en
rommel.
4. De bevestigingsbouten van de
motor zitten los.
1. Alle vier wielen staan niet op
dezelfde hoogte.
2. Het mes is bot.
3. U maait steeds in hetzelfde
patroon.
4. De onderkant van het maaidek
is bedekt met maaisel en
rommel.
1. De gashendel staat niet op
SNEL.
2. De maaihoogte is te laag.
3. U maait te snel.
4. Het gras is nat.
5. De onderkant van het maaidek
is bedekt met maaisel en
rommel.
1. De kabel van de zelfaandrijving
is ontsteld of beschadigd.
2. Er zit rommel onder de
drijfriemkap.
27
Remedie
1. Het mes balanceren. Het mes
vervangen als dit is verbogen.
2. De bevestigingsbout van het
maaimes vastdraaien.
3. De onderkant van het maaidek
reinigen.
4. De bevestigingsbouten van de
motor vastdraaien.
1. Alle vier de wielen instellen op
dezelfde hoogte.
2. Mes slijpen en balanceren.
3. In een ander patroon maaien.
4. De onderkant van het maaidek
reinigen.
1. De gashendel op SNEL zetten.
2. Instellen op een hogere
maaistand.
3. Uw snelheid verminderen.
4. Het gras eerst laten drogen
voordat u gaat maaien.
5. De onderkant van het maaidek
reinigen.
1. De kabel van de zelfaandrijving
afstellen. Indien nodig
vervangen.
2. De rommel onder de
drijfriemkap verwijderen.