1. Giet 1,9 liter verse loodvrije benzine in een
goedgekeurd benzinevat.
Opmerking: Meng de benzine en de olie niet in de
benzinetank van de machine. Olie op kamertemperatuur
mengt gemakkelijker en beter dan koude olie. Olie die
kouder is dan 0 C, moet extra worden gemengd.
2. Voeg de juiste hoeveelheid Toro 50:1 All Season
tweetaktmotorolie met stabilizer of een gelijksoortig
type tweetaktmotorolie met een NMMA- of TCW-
certificaat toe aan de benzine overeenkomstig
onderstaande tabel:
50:1 benzine-olie mengschema
Benzine
3,8 liter
7,6 liter
18,9 liter
3. Doe de dop op de benzinecontainer.
4. Schud de container zodat de olie en de benzine goed
worden gemengd.
5. Verwijder voorzichtig de dop en voeg de overige
hoeveelheid benzine toe.
Gebruiksaanwijzing
Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie
de linker- en rechterzijde van de machine.
Telkens voordat u gaat maaien, moet u controleren of de
bedieningsstang van het mes goed werkt. Als u de
bedieningsstang loslaat, moet het mes tot stilstand komen.
Doet het dat niet, dan moet u contact opnemen met een
erkende Service Dealer.
Bedieningsorganen
De gashendel, de rijsnelheidsregelaar, de bedieningsstang
van het maaimes en de starthandgreep zitten aan het
bovendeel van de handgreep (Fig. 9).
4
Olie
77 ml
1. Gashendel
154 ml
2. Bedieningsstang voor
maaimes
384 ml
3. Bedieningsstang voor de
zelfaandrijving
Motor starten
1. Sluit de bougiekabel aan op de bougie (Fig. 6).
2. Zet de gashendel op
3. Zet de rijsnelheidsregelaar in de neutraal stand.
4. Bedek de opening in het midden van de hulpstarter
met uw duim en druk deze één maal in.
5. Druk de bedieningsstang van het maaimes tegen de
handgreep en houd deze in die positie.
6. Trek de starthandgreep uit totdat u weerstand voelt en
trek dan krachtig om de motor te starten.
7. Geef indien gewenst gas als de motor start.
Opmerking: U hoeft de gashendel wellicht niet op
(CHOKE) te zetten als u een warme motor start.
Motor afzetten
1. Om de motor af te zetten, zet u de bedieningsstang van
het maaimes vrij.
2. Maak de kabel van de bougie los als u de maaimachine
niet gebruikt of onbeheerd achterlaat.
Zelfaandrijving gebruiken
Druk de bedieningsstang voor de zelfaandrijving tegen de
handgreep om te rijden (Fig. 9). De rijsnelheid is
afhankelijk van de afstand tussen de bedieningsstang van
de zelfaandrijving en de handgreep.
11
2
5
1
Figuur 9
4. Handgreep startkoord
5. Rijsnelheidsregelaar
(CHOKE) (Fig. 9).
3
m-4325