Oorzaak:
Dit kan gebeuren als:
• Er wordt afgedrukt op een lage temperatuur of vochtigheidsgraad
• Om de volgende instellingen aan te passen, dient u eerst het type papier dat gebruikt wordt als
aangepast papier te registreren. Voor meer informatie over de registratie van aangepast papier,
zie Voorbereiding.
Oplossing:
Voer de volgende procedures uit. Volg de procedures totdat een procedure het probleem heeft
opgelost.
(a) Het gebied opgeven dat moet worden aangepast
1.
Meet met een liniaal of iets anders de lengte (in mm) van het gebied vanaf de bovenrand
van het papier waar de afdruk vaag of donker is.
2.
Geef in [Geavanceerde instellingen] voor het aangepaste papier het gebied op
waarvoor het uitgangsvoltage voor overdracht moet worden aangepast aan de
bovenrand van het papier.
<In zwart-wit afdrukken>
Selecteer 1217: [Correctie uitgangsvoltage pap.overdr: Pap.rand] en selecteer vervolgens
[Lengte bovenrand] van [Zwart-wit] en voer de waarde in die 5 mm hoger is dan de waarde
gemeten in stap 1.
Ongelijke belichting
CEZ562
77