1.
Druk de afbeelding in zwart-wit af.
2.
Controleer de richting van de schuinte.
3.
Ga naar 01: [Apparaat: Afbeeldingspositie] in het menu [Aanpassingsinstellingen
voor operators] en pas de waarde aan in 0105: [Aanpassing haaksheid].
Druk op [+] om de afbeelding tegen de klok in te hellen of op [−] om hem met de klok mee te
hellen.
4.
Druk de afbeelding in zwart-wit af. Controleer de schuinte van de afbeelding.
Wanneer het probleem zich blijft voordoen, verhoogt u de waarde licht.
5.
Voer kleurenregistratie uit.
Bij het uitvoeren van de kleurenregistratie zal de aanpassing van zwart ook worden
toegepast op cyaan, magenta en geel.
Voor meer informatie over kleurregistratie, zie de handleiding 'Problemen oplossen' die met
het apparaat wordt meegeleverd.
• Bij 0105: [Aanpassing haaksheid] kunt u de afbeeldingspositie op zijde 1 en 2 niet
afzonderlijk aanpassen.
(b) Pas de afbeeldingspositie aan (wanneer er speciaal papier wordt gebruikt)
Pas de verticale en horizontale afbeeldingspositie zo aan dat het midden (A) van de bovenrand
van de afbeelding is uitgelijnd met het registratiemerkteken.
A
Bij [Geavanceerde instellingen] voor het aangepaste papier, selecteert u 1101:
[Afbeeldingspositie] en past u de afbeeldingspositie aan.
• [Haaks op invoer] van [Afbeeldingspositie: Zijde 1]
• [Langs invoer] van [Afbeeldingspositie: Zijde 1]
(c) Pas de vergroting aan (over de invoerrichting)
Pas de horizontale vergroting aan om de breedte tussen de voorste (B) en achterste hoeken (B)
aan de bovenrand van de afbeelding aan te passen.
Afbeeldingspositie van beide zijden van het papier aanpassen
DFP492
191