3. Papierinstellingen opgeven en controleren
Oplossing:
Voer de volgende procedures uit. Volg de procedures totdat een procedure het probleem heeft
opgelost.
Procedure 1: De fuseertemperatuur wijzigen
1.
Pas in [Geav. inst.] de temperatuur van de fuseerhitteroller aan voor het aangepaste
papier.
<Afdrukken in kleur >
Selecteer 1241: [Fuseertemperatuur] en verhoog vervolgens de waarde bij [Temp.
hitteroller] of [Full color] met 5 °C.
<In zwart-wit afdrukken>
Selecteer 1241: [Fuseertemperatuur] en verhoog vervolgens de waarde bij [Temp.
hitteroller] of [Zwart-wit] met 5 °C.
2.
Druk de afbeelding af en controleer de tonerhechting. Is het probleem opgelost?
Ja
Nee
3.
Herhaal stap 2.
Als het probleem zich nog steeds voordoet nadat u de temperatuur tot 190 graden heeft
verhoogd, voer dan 'Procedure 2: De verwerkingssnelheid wijzigen' uit.
Procedure 2: De verwerkingssnelheid wijzigen
Hiermee wordt het afdrukken vertraagd, waardoor de toner meer tijd heeft om te hechten.
Hierdoor wordt de doorvoer echter beperkt.
Voor meer informatie over het instellen van de processnelheid, zie Handleiding menu
aanpassingsonderdelen.
1.
Stel in [Geavanceerde instellingen] voor het aangepast papier, [Instel.
verwerkingssnelheid] in op 1331: [Motorsnelheid] in op [Lage snelheid].
2.
Druk de afbeelding af en controleer de tonerhechting. Is het probleem opgelost?
Ja
Nee
• Als u de fuseertemperatuur of de verwerkingssnelheid wijzigt, kan dit één of meer van de volgende
neveneffecten veroorzaken:
• Krullend papier
22
Klaar!
Verhoog de temperatuur met nog eens 5 graden.
Klaar!
Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger.