(b) Pas de uitgangsstroom voor afbeeldingsoverdracht aan
1.
Controleer de vooraf ingestelde waarde van de uitgangsstroom voor
afbeeldingsoverdracht in [Geav. inst.] voor het aangepaste papier.
<In zwart-wit afdrukken>
Selecteer 1212: [Uitgangsstroom afbeeldingsoverdracht], en selecteer vervolgens [Zwart]
van [Zwart-wit].
<Afdrukken in kleur>
Selecteer 1212: [Uitgangsstroom afbeeldingsoverdracht], en selecteer vervolgens [Zwart]
van [Full color].
2.
Is de waarde ingesteld op 10?
Ja
Ga verder met "(c) Pas de overdraagbaarheid bij de papieroverdrachtseenheid
aan".
Nee
Ga verder met de volgende stap.
3.
Wijzig de waarde van de uitgangsstroom voor afbeeldingsoverdracht.
<In zwart-wit afdrukken>
Selecteer 1212: [Uitgangsstroom afbeeldingsoverdracht], en verhoog vervolgens de waarde
in [Zwart] van [Zwart-wit] met 1.
<Afdrukken in kleur>
Selecteer 1212: [Uitgangsstroom afbeeldingsoverdracht], en verhoog vervolgens de waarde
in [Zwart] van [Full color] met 1.
4.
Druk de afbeelding af. Is het probleem opgelost?
Ja
Klaar!
Nee
Herhaal stap 1 tot en met 4. Als het probleem zich blijft voordoen, zelfs als u de
waarde tot 10 hebt verhoogd, ga dan verder met "(c) Pas de overdraagbaarheid
bij de papieroverdrachtseenheid aan".
(c) Pas de overdraagbaarheid bij de papieroverdrachtseenheid aan
1.
Ga naar [Geavanceerde instellingen] voor het aangepaste papier en selecteer 1229:
[Papieroverdrachtsdruk]. Is deze ingesteld op [Druk 3]
Ja
Ga verder met "(d) Pas de afbeeldingspositie aan".
Nee
Ga verder met de volgende stap.
2.
Stel 1229: [Papieroverdrachtsdruk] in op [Druk 3].
Banden
57