1.3
Bedrijfsindicaties van de ingebouwde
functies
De bedrijfsindicatie vindt bij model S plaats met behulp van 2
LED's (groen en rood) en bij model E met een dubbel 7
segments LED-display:
Tabel 1
Bedrijfsindicaties model S.
Langzaam knipperend — Schoonblaasfunctie/Laag stuur-
signaal.
Snel knipperend — In bedrijf; de motor draait continue.
Groen
Brandt twee seconden — De magneet passeert de rotatie-
sensor.
De alarmindicatie bestaat uit een constant brandende of
knipperende LED. Over- en onderspanning, rotatiealarm,
Rood
overbelasting en interne storing worden aangegeven (zie
ook het hoofdstuk Storing zoeken).
Tabel 2
Bedrijfsindicaties model E.
Het rotortoerental in omw./min. Weergave tijdens de start
van overbrengingsverhouding rotor/motor = 1:25. Na 2
impulsen van de rotatiecontrole wordt het correcte rotorto-
erental aangegeven. Weergave bereik: 0,2—99 omw./min.
Schoonblaasfunctie. Laag stuursignaal.
Brandt twee seconden als de magneet de rotatiesensor
passeert.
Zomerstand/koudeterugwinning. Wordt aangegeven als de
temperatuur in de afvoerlucht lager is dan de temperatuur
in de buitenlucht (de spanning tussen aansluitklemmen 51-
53 is hoger dan tussen de aansluitklemmen 51-52).
De DIP-schakelaar (4) is ingesteld voor bedrijf zonder
aparte rotatiesensor (rotatiecontrole).
De alarmaanduiding bestaat uit de letter F gevolgd door
een cijfer. Over- en onderspanning, rotatiealarm, overbe-
lasting en interne storing worden aangeduid met verschil-
lende cijfers (zie ook het hoofdstuk Storing zoeken).
6
BESCHRIJVING