Pagina 3
V E I L I G H E I D S V O O R S C H R I F T E N Installatievoorschriften • Lees de hele gebruiksaanwijzing door vóór de installatie en inbedrijfstelling van het product. • De installatie dient te worden uitgevoerd door bevoegd person- eel.
I N H O U D BESCHRIJVING ............5 Inleiding .................5 Leveringsprogramma ............5 Bedrijfsindicaties van de ingebouwde functies ....6 INSTALLATIE EN AANSLUITING ......10 Installatie ..............10 Aansluiting ..............11 ONDERHOUD EN STORINGZOEKEN ....... 19 TECHNISCHE GEGEVENS ........22 Grootte van aandrijfsysteem en riemschijf kiezen ...26 Accessoires en documentatie ........27...
B E S C H R I J V I N G Inleiding De serie EMS-VVX® 15-35 omvat aandrijfsystemen met variabel toerental, die speciaal zijn ontworpen voor de aandrijving van roterende warmtewisselaars. De aandrijfsystemen bestaan uit een motor met bijbehorende besturingseenheid. De EMS-VVX 15-35 vervangt de aandrijfsystemen EMS- VVX 1, 2-4N, 2-4N/ET en 2-4EM.
Bedrijfsindicaties van de ingebouwde functies De bedrijfsindicatie vindt bij model S plaats met behulp van 2 LED’s (groen en rood) en bij model E met een dubbel 7 segments LED-display: Tabel 1 Bedrijfsindicaties model S. Langzaam knipperend — Schoonblaasfunctie/Laag stuur- signaal.
Pagina 7
Automatische schoonblaasfunctie/houdkoppel Als het stuursignaal laag is, <1,5 V bij 0—10 V, draait het aandrijfsysteem schoonblaasmodus. schoonblaasmodus roteert de motor as om de tien minuten met 2 omwentelingen. Dit komt overeen met ca. 30 graden op de VVX-rotor. Deze langzame rotatie levert geen extra warmte op, maar dient alleen om de rotor schoon te houden.
Pagina 8
Rotatiecontrole (DIP-schakelaar 4) De rotatiecontrole controleert of de rotor van de warmtewisselaar roteert. Een magneet aan de omtrek van de rotor wordt één maal per omwenteling gezien door een rotatiesensor. Als de aandrijfriem bijvoorbeeld breekt en de rotor stopt, bli- jven de impulsen uit en wordt een alarmsignaal gegeven.
Pagina 9
Bescherming van de besturingseenheid besturingseenheid voorzien over- onderspanningscontrole. Als de netspanning hoger of lager wordt dan de desbetreffende grenswaarden, wordt de besturingseenheid uitgeschakeld en slaat de motor af. Zodra de netspanning normaal is, komt de motor automatisch weer op gang. De besturingseenheid heeft een ingebouwde motorbeveilig- ing tegen overbelasting waardoor een externe motorbeveiliging dus niet vereist is.
I N S T A L L A T I E E N A A N S L U I T I N G Installatie Zowel de motor als de besturingseenheid worden veelal in de kast van de warmtewisselaar geïnstalleerd. Op deze wijze nemen ze geen extra plaats in en zijn ze goed beschermd tijdens transporten.
Sensor voor rotatiecontrole De magneet voor de rotatiesensor wordt vastgeschroefd aan de omtrek van de warmtewisselaar rotor. Als de rotorkast magnetisch geleidend is, moet de magneet worden geïsoleerd van de kast. De rotatiesensor dient zodanig te worden geïnstalleerd dat de magneet passeert op een afstand van 5—8 mm (zie onder). Magneet Rotor van warmtewisselaar...
Pagina 12
Er dient een aan-/uitschakelaar te worden geïnstalleerd tussen de netaansluiting en de besturingseenheid. Als de netspanning wordt uitgeschakeld, wordt een alarmsignaal gegeven betreffende het uitvallen van de spanning. WAARSCHUWING! Er mogen geen magneetschakelaars worden aangesloten tussen de motor en de besturingseenheid.
Pagina 13
Er zijn geen speciale EMC wartels noodzakelijk. ln alle EMS-VVX-modellen is een EMC-filter ingebouwd. Prioriteitsfunctie/ontdooien/handmatige besturing Een van tevoren bepaald toerental kan worden geselecteerd door het doorverbinden van de ingangen 34—35. Dan wordt het toerental geregeld door de potentiometer die is gemonteerd naast de DIP-schakelaars in de besturingseenheid.
Pagina 14
52 53 54 55 56 57 58 Extra print in model E met 7 segments LED- display, aanslu- itklemmen 51-58 1 2 3 4 5 6 7 8 en jumper J1 32 33 34 35 36 37 10-F05 Aanduiding Netspanning aansluitklemmen Motor aansluitklemmen Potentiometer teststand Stuursignaal aansluitklemmen...
Pagina 15
Extra print in model E 51 52 53 54 55 56 57 Koudeterugwinning 52 Buitenlucht of aanvoerlucht Potentiometer- sensor regeling 51-53 Afvoerluchtsensor Analoog uitgangsignaal — 10 V/20 mA Model S en E Modell S Alarmrelais 42-43 gesloten bij alarm 41 42 43 31 32 33 34 35 36 37 Koudeterug- winning...
Pagina 16
Instellingen van de DIP-schakelaars Stuursignaal Toerentalregelaar 0—10 V V-snaar 10 kOhm 2—10 V Andere riemen 0—20 V Draairichting Met de klok mee 4—20 mA Tegen de klok in 0—20 mA Rotatiecontrole Maximaal toerental 100% WAARSCHUWING! De DIP-schakelaars mogen alleen worden omgezet nadat de netspanning is uitgeschakeld. INSTALLATIE EN AANSLUITING...
Pagina 17
Toerentalregelaar Met DIP-schakelaar 5 in de besturingseenheid kunnen twee toerentalregelaars worden gekozen. De ene regelaar is zachter en wordt gebruikt als verende riemen, zoals ronde riemen, platte riemen en verende V-snaren, zijn gemonteerd. DIP-schakelaar 5 moet dan in de stand “OFF” staan. De andere regelaar is sneller en stijver.
Pagina 18
alle besturingseenheden dienen de DIP-schakelaars te worden ingesteld volgens ““Instellingen van de DIP-schakelaars“”. Koudeterugwinning, zomer/winter-schakelaar Met koudeterugwinning wordt de toestand bedoeld waarin de temperatuur van de buitenlucht hoger is dan de temperatuur van de afvoerlucht. Door de roterende warmtewisselaar op maximale toeren te laten draaien, wordt een koeleffect verkregen op de aangevoerde lucht.
ONDERHOUD EN STORINGZOEKEN WAARSCHUWING! Na het uitschakelen van de netspanning blijft een restspanning gedurende 1 minuut aanwezig. De test- en DIP-schakelaars mogen alleen worden omgezet nadat de netspanning is uitgeschakeld. Onderhoud De motor en de besturingseenheid zijn normaal gesproken onderhoudsvrij. Wel moet regelmatig worden gecontroleerd of de bekabeling intact is en of alle bevestigingsschroeven stevig vastzitten.
Pagina 20
Bij vervanging van de besturingseenheid dient de gehele controller te worden vervangen. Tabel 4 Storing zoeken Alarmindicaties Oorzaak van de storing/actie Storing Controleer de EMS-VVX door het aandrijf- systeem te laten draaien met de test- Schoon- schakelaar aan aansluitklem 37. De Groene LED blaasfunc- motor moet op maximale toeren gaan...
Pagina 21
Tabel 4 Storing zoeken Alarmindicaties Oorzaak van de storing/actie Storing De motorbeveiliging is geactiveerd door een te hoge belasting. Controleer of de motorkabels correct zijn aangesloten, zie hoofdstuk Aansluiting. Overbelas- Controleer ook of de rotor niet stroef Rode LED ting/ draait en of de diameter van de rotor en brandt motorbev-...
T E C H N I S C H E G E G E V E N S Tabel 5 Technische gegevens EMS-VVX Functie Toerental [omw./ 5—250 min] Koppel [Nm] Vermogen [W] Draairichting Naar keuze Schoonblaasfunctie Ingebouwde functie Motorbeveiliging Ingebouwde functie Zachte start/stop 15/15 25/25...
Pagina 23
De bedrijfsmodi van het aandrijfsysteem bij verschillende stuursignalen Het aandrijfsysteem heeft een ingebouwde voorziening die een lineaire functie oplevert tussen het stuursignaal en het rendement van de VVX-rotor, in plaats van dat het toerental evenredig is aan het stuursignaal. Dit schept goede voorwaarden voor een stabiele temperatuurregeling.
Accessoires en documentatie Tabel 10 Accessoires Artikel- Aanduiding nummer 01-2184-00 Rotatiesensor met magneet 01-2179-00 Wartelset voor besturingseenheid 15-35 Montagetoebehoren van het expandertype 01-2182-00 voor motor 15-35 01-2183-00 Montagetoebehoren 2*M6 voor motor 15-35 01-2183-00 01-2182-00 Fig. 8 Montagetoebehoren met trillingsdemping voor de motor Tabel 11 Gebruiksaanwijzingen Artikelnummer...
Pagina 28
M A X I M I Z I N G U P T I M E Emotron B.V. Polakkers 5, 5531 X Bladel Postbus 132, 5530 AC Bladel Nederland Tel.: +31 497 389 222 Fax: +31 497 386 275 www.emotron.nl Emotron AB Mörsaregatan 12...