In bedrijf brengen
Bedrijf met boiler
Bedrijf met boiler
Nadat men de water- en electrische
aansluitingen tussen ketel en boiler
heeft uitgevoerd, moet men de
volgende parameters met de
afstandsbediening QAA73 instellen.
Instellingen met QAA73
Niveau QAA 73
Parameter
552
HydrSystem
508
TbwSmin
509
TbwSmax
510
TuebBw
Wordt er geen QAA73 aangesloten,
dan worden de instellingen van de
ketel overgenomen.
Men kan de tapwatertemperatuur van
de boiler regelen met de knop "11".
De ingestelde waarde wordt enkele
seconden direct op de display
weergegeven, daarna komt de
keteltemperatuur weer terug.
Opmerking:
De instelingen voor de temperatuur
voor het tapwater blijven bewaard,
zelfs na een stroomstoring.
30
Functie
Kies het type hydraulische
installatie
Minimale temperatuur boiler
Maximale temperatuur boiler
Verhoging set-point heengaande
verwarmingsleiding
Opgelet
Bij de modellen HG zonder aansluiting
op een boiler kan de knop „11" niet
door de eigenaar worden gebruikt.
In deze configuratie dient deze knop
„11" alleen voor de technicus, die er
het minimale vermogen mee kan
afregelen.
In te stellen waarde
67 Verzamelboiler, een direct
verwarmingscircuit
40 °C
OEM Parameter
70 °C
OEM Parameter
18 °C