In bedrijf brengen
Voorbereiding voor het bedrijf
Algemeen
Om de veiligheid en de juiste werking
van de ketel te kunnen garanderen,
moet de in bedrijf stelling worden
uitgevoerd door een technicus, die
een door de wet erkende kwalificatie
heeft.
Controle
1.
Controleer of de rookgasklep in
ondersteuning is ingebouwd
2.
Afsluitstoppen aan de conden-
satieaansluiting verwijderen.
Foto folgt !
Eerste ontsteking
Vullen van hydraulische circuits
Men moet als volgt te werk gaan:
-
Open de ontluchtingskleppen van
de radiatoren van de installatie en
tevens die op de primaire warmte-
wisselaar.
-
Draai de dop van de automatische
klep voor de ontluchting los, die
op de CV-pomp zit.
-
Open geleidelijk de vulkraan van
de ketel en sluit de ontfluchtings-
kleppen van de hoofdwarmte-
wisselaar en de radiatoren zodra
er water uitkomt.
Sluit de vulkraan van de ketel
wanneer de druk op de drukmeter
1 bar is.
Controleer dat:
-
De dop van de automatische
ontluchtingsklep op de CV-pomp
los zit.
-
De drukindicatie op de drukmeter
meer is dan 1 bar
-
De gaskraan gesloten is
-
De electrische aansluiting op de
correcte manier is uitgevoerd
Controleer in elk geval dat de aard-
draad (groen/geel) is aangesloten op
een goed aardsysteem.
Voor de ontluchting van de installatie
gaat men als volgt te werk:
-
Zet de keuzeschakelaar "10" op
het frontplaatje van de besturin-
gsdoos in de positie "I" (aan).
De pomp van de ketel start op en
zal drie keer proberen om de
brander aan te steken. Na de
derde poging wordt de ketel
electronisch geblokkeerd, aan-
gezien het gas is afgesloten; op
de display ziet men "133" ver-
schijnen.
-
Laat de pomp werken totdat alle
lucht uit de installatie is
verdwenen.
-
Laat de lucht uit de radiatoren
ontsnappen
-
Open het warme tapwater totdat
alle lucht uit de installatie is
verdwenen.
-
Controleer de druk van de in-
stallatie en indien deze is ver-
minderd moet men weer met
water vullen tot 1 bar.
sifon voor condenswater
Controleer dat de eventueel nood-
zakelijke ventilatieopeningen in het
locaal open zijn (installaties van het
type B. ) Vul de beker van de sifon
voor condenswaterafvoer van de ketel
met water.
NB. In het geval men het
apparaat lang niet gebruikt moet de
sifon worden gevuld voordat men
hem opnieuw aansteekt. Als men de
sifon niet met water vult bestaat het
risico dat er rookgassen in het lokaal
komen.
Open de gaskraan en controleer dat
de de aansluitingen gasdicht zijn, ook
die van de ketel. Controleer hierbij dat
de gasmeter niet loopt. Dicht eventuele
lekken.
Deblokkeer de ketel door een druk op
de deblokkeringsknop RESET "6".
De brander slaat aan: als dat niet de
eerste keer al lukt, moet men door-
gaan totdat de vlam ontsteekt.
Gastoevoer
Men moet als volgt te werk gaan:
-
Controleer dat het type geleverde
gas overeenkomt met het type dat
op het typeplaatje van de ketel is
aangegeven.
-
Open deuren en ramen
-
Voorkom vonken en open
vlammen
Elektrische voeding
-
Controleer dat spanning en
frequentie van de netvoeding
overeenkomen met de gegevens
op het typeplaatje van de ketel.
-
Controleer dat de polariteit L-N
van de aansluiting goed is aan-
gesloten.
-
Controleer de deugdelijkheid van
de aardaansluiting.
27