Bij opbouwen op de verbrandingskamer tot tegen het plafond of bij
opbouwen met een hoog eigengewicht moet de zelfdragende lijst aan de
bouwconstructie worden bevestigd. Hiertoe moeten de trekstangen van
de inbouwhaard worden losgemaakt en moeten deze worden bevestigd
aan de aanbouwwand of het plafond. U kunt hiervoor, afhankelijk van de
wandcon-structie, bijv. inslagankers in combinatie met stalen kettingen
gebruiken.
De uitrichting van de lijst moet met de waterpas gebeuren. Tijdens de
mon-tage en de installatie van de verbrandingskamer moet erop worden
gelet dat het draagframe en de lijst zich niet lager bevinden dan de deur-
kap van de inbouwhaard. Controleer of de verbrandingskamerdeur zich
omhoog laat schuiven resp. omhoog laat zwenken om deze te reinigen.
De verbrandingskamerdeur moet zich soepel en zonder weerstand
kunnen laten bewegen en openen.
6.2 UITZETTINGSVOEG TUSSEN BEKLEDING EN
INBOUWHA ARD
Er mag geen directe verbinding zijn tussen de inbouwhaard en de bekle-
ding. Er moet een uitzet tingsvoeg worden aangebracht, die bijv. moet
worden afgesloten door een afdichtingsband. Houdt u er rekening mee
dat tussen de deurlijst en de schoorsteenmantel, resp. het montageframe,
een minimale afstand vereist is van 6 mm om de deur van de inbouwhaard
indien nodig (bijv. bij vervanging van het glas) te kunnen demonteren.
NL 18