Voorbeeld activering van een verwarmingscir-
cuit, bijv. 1e gemengde verwarmingscircuit
Activering van een verwarmingscircuit met een
vloer-/wandverwarming.
1. Vrijgave van het verwarmingscircuit bij inge-
bruikname.
Afb. 31: Gemengd verwarmingscircuit activeren
Menuoptie
Parameter
1e gemengd
Gedeactiveerd
verwar-
Geactiveerd
mingscircuit
Druk op "Verder".
Verwarmingscircuitmodus instellen
Hier kunt u tussen de verschillende verwarmings-
circuitmodi selecteren. U kunt kiezen uit een
regeling conform het ingestelde "Verwarmingscir-
cuit" en een "Vastwaarde regeling" (met de
draaiknop selecteren en met "OK" bevestigen).
Menuoptie
Parameter
Verwar-
Verwarmings-
mingscircuit-
curve
modus bij
Vaste waarde
VC actief
Druk op "Verder".
Verwarmingscircuitmodus verwarmingscurve
De verwarmingscurve kan op de drie punten
afhankelijk van de bouwkundige en lokale omstan-
digheden van het gebouw worden ingesteld:
Voetpunt:
Het voetpunt komt overeen met de minimale
streeftemperatuur van het warme water bij een bui-
tentemperatuur van 20°C. Als de verwarming bij
relatief hoge buitentemperaturen (overgangspe-
riode) te koud is, moet het voetpunt hoger worden
geselecteerd.
Norm-aanvoertemperatuur:
De norm-aanvoertemperatuur voldoet aan de
streeftemperatuur van het warme water bij de
norm-buitentemperatuur van gebouwlocatie. Als de
verwarming bij lage buitentemperaturen niet warm
genoeg is, moet de norm-aanvoertemperatuur
hoger worden ingesteld.
Norm-buitentemperatuur:
Fabrieks-
De norm-buitentemperatuur is afhankelijk van de
instelling
regionale locatie van het gebouw. Neem hiertoe
contact op met uw verwarmingsinstallateur.
Gedeactiveerd
Fabrieks-
instelling
Afb. 32: Verwarmingscurve-instelling
Afhankelijk
1: Temperatuur van het verwarmingswater in °C
van uitvoering
2: Verwarmingscurve aanvoertemperatuur
3: Verwarmingscurve retour
10 °C - 40 °C
4: Buitentemperatuur in °C
2
3
4
1
29