REMKO Smart-Control
De norm-buitentemperatuur is afhankelijk van de
regionale locatie van het gebouw. Neem hiertoe
contact op met uw verwarmingsinstallateur.
3
4
Afb. 27: Verwarmingscurve-instelling
1: Temperatuur van het verwarmingswater in °C
2: Verwarmingscurve aanvoertemperatuur
3: Verwarmingscurve retour
4: Buitentemperatuur in °C
Voor de optimale instelling van de parameters van
de verwarmingscircuitcurve moet de berekening
van de verwarmingslast en/of de aantoonbare
energie in acht worden genomen.
Afwijkingen van de geïnstalleerde parameters voor
de uitvoering van het gebouw kunnen er toe leiden
dat de warmtepomp niet efficiënt wordt gebruikt.
Het gebruik van het verwarmingscircuit met een
vaste waarde wordt niet aanbevolen omdat het er
toe leidt dat de warmtepomp niet efficiënt functio-
neert.
Verwarmingscurve instellen:
- Voetpunt met rechter Softkey-toets activeren en
met de draaiknop instellen en met de rechter
Softkey-toets bevestigen.
Afb. 28: Voetpunt instellen
28
1
2
- De instelling van de norm-aanvoertemperatuur en
de buitentemperatuur verloopt via dezelfde proce-
dure.
Afb. 29: Norm-aanvoertemperatuur instellen
Afb. 30: Buitentemperatuur instellen
Verwarmingscircuitmodus vaste waarde
regeling
Voer de streeftemperatuur bij een vaste waarde
regeling in (met de draaiknop selecteren en met
"OK" bevestigen). Op deze temperatuur wordt het
verwarmingscircuit tijdens de vaste waarde rege-
ling permanent gehouden.
Druk op "Verder".