De band begint pas te bewegen na een hoorbare aftelling met een pieptoon van 3 seconden, tenzij het geluid werd uitgeschakeld (MUTE).
Indien het geluid werd uitgeschakeld bij een op snelheid gebaseerd trainingsprogramma, verschijnt de boodschap 'AUDIO OFF' (Geluid
uit) gedurende enkele seconden op de console.
Opmerking: Lees het deel 'Vóór u van start gaat' van de handleiding.
Tijdens een profielprogrammatraining geeft de console met een geluidssignaal aan (tenzij het geluid is uitgeschakeld) wanneer het
volgende segment van de training begint. Wees bij elk nieuw segment voorbereid op hellings- en snelheidsveranderingen.
Als de gebruiker tijdens een training op een van de programmatoetsen drukt, zal de console vragen of hij van training wil veranderen. Als de
gebruiker dit met de Enter-toets bevestigt, wordt de huidige training beëindigd. Het nieuwe trainingsprogramma wordt weergegeven en begint
wanneer de START-toets wordt ingedrukt.
De helling aanpassen
Druk op de toetsen voor het verhogen () of verlagen () van de helling om de hoek van het loopvlak op ieder gewenst moment in een
trainingsprogramma te wijzigen. Hiervoor moet de veiligheidssleutel in het contactslot zitten. Om de hellingshoek snel te wijzigen drukt u op de
hellingstoets met de gewenste vooraf ingestelde waarde, en vervolgens op de toets voor het bevestigen van de hellingswaarde. Het loopvlak zal de
gekozen hellingshoek aannemen.
Opmerking: Nadat u op een hellingstoets met een vooraf ingestelde waarde hebt gedrukt, moet u binnen de 12 seconden op de toets
voor het bevestigen van de hellingswaarde drukken.
Zorg dat de ruimte onder het toestel vrij is voordat u het loopvlak laat zakken. Laat het loopvlak na elke training volledig zakken.
Het gebruik van dit toestel vereist coördinatie en evenwicht. Tijdens het trainen kunt u snelheids- en hellingsveranderingen van het
loopvlak verwachten. Wees dus voorzichtig om evenwichtsverlies en mogelijk letsel te voorkomen.
Zorg dat de trainingsruimte die u gebruikt, voldoende hoog is. Houd hierbij rekening met de lengte van de gebruiker en de
maximale hellingshoogte van het loopvlak.
De snelheid van de loopband aanpassen
Tijdens een training start de loopband met een snelheid van 1 km/u. Om de snelheid van de loopband aan te passen drukt u op de toetsen voor het
verhogen of verlagen van de snelheid. Hierdoor wordt de snelheid in stappen van 0,1 km/u aangepast. Houd de toetsen ingedrukt om de snelheid
sneller te verhogen of te verlagen.
Om de snelheid snel te wijzigen drukt u op de snelheidstoets met de gewenste vooraf ingestelde waarde, en vervolgens op de toets voor het
bevestigen van de snelheidswaarde. De snelheid van de loopband wordt aangepast aan de gewenste snelheid.
Opmerking: Nadat u op een snelheidstoets met een vooraf ingestelde waarde hebt gedrukt, moet u binnen de 12 seconden op de toets
voor het bevestigen van de snelheidswaarde drukken.
Een training pauzeren of stoppen
1. Houd de handgrepen stevig vast en stap van de band af door op de zijdelingse opstapplatformen te gaan staan die zich aan beide zijden van het
loopvlak bevinden.
2. Druk op PAUZE/STOP om de training te pauzeren. De band zal vertragen en langzaam tot stilstand komen.
Opmerking: Als een onderbroken training niet binnen de 5 minuten wordt hervat, dan zal het toestel de training beëindigen en de
trainingsresultaten weergeven.
44
Montage-/Gebruikershandleiding