NIET
Zet het gas
open vóórdat u start. Daarmee
zou u het elektronische controlesysteem voor sta-
tionair uitschakelen.
Als de buitenboordmotor wordt opgestart met de
gashendel naar voren, staat de motor in de veilig-
heidsmodus.
Hij reageert dan niet als u gas geeft zolang de
gashendel niet naar de laagste STATIONAIRE
stand is teruggezet.
Nadat de motor start verhoogt de motorbeheermo-
dule (EMM) automatisch het stationaire toerental
een beetje. Het stationaire toerental neemt af, naar-
mate de motor opwarmt.
De motor starten
Draai het contactslot helemaal rechtsom in de
START-stand.
De startmotor kan beschadigd
MERK OP
raken
continu
20 seconden
Laat de sleutel los als de motor aanslaat.
Als de motor niet start, de sleutel even loslaten en
opnieuw proberen.
Telkens als u het contactslot van OFF op ON draait,
voert het waarschuwingssysteem een zelftest uit.
Zie MOTORCONTROLE op pagina 34. Als het
waarschuwingssysteem geen zelftest uitvoert tij-
dens de start, raadpleeg dan uw dealer.
Als uw buitenboordmotor niet normaal reageert bij
deze startprocedure of helemaal niet start, zie dan
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN op pagina 54.
als
hij
langer
moet draaien.
007015
Na het aanslaan van de motor
Controleer de waterpompcontroleslang. Een onon-
derbroken waterstraal geeft aan dat de pomp werkt.
Als er geen ononderbroken waterstraal te zien is
vanuit de waterpompcontroleslang, stop dan de
motor. Zie OVERVERHITTING VAN DE MOTOR
op pagina 36.
dan
1. Waterpompindicator
De motor uitzetten
Zet de bedieningshendel in VRIJLOOP.
Draai het contactslot linksom op de OFF-stand.
1
Sleu-
tel
1. Contactschakelaar, OFF-stand
Verwijder de sleutel als u de boot onbeheerd ach-
terlaat.
WERKING
1
OFF
ON
008469A
START
007072
25