Inhoudsopgave
Advertenties
A
Regelt de luchthoeveelheid die in uw auto wordt verspreid. Draai de knop voor
de gewenste aanjagersnelheid. De instelling verschijnt op het display.
B
Draai aan deze knop om de gewenste luchtverdeling te selecteren. Druk op de
knop OFF om het systeem uit te schakelen. Druk op de knop voor
luchtrecirculatie om te wisselen tussen buitenlucht en luchtrecirculatie. Wanneer
u luchtrecirculatie selecteert, gaat het lampje in de toets branden en wordt de
lucht in het passagierscompartiment gerecirculeerd. Hierdoor kan het koelen
van het interieur minder lang duren en kunnen ongewenste geuren van buiten
verminderd worden.
C
Regelt de temperatuur van de lucht die in uw auto wordt verdeeld. Draai de
knop voor de gewenste temperatuur. De instelling verschijnt op het display.
D
Druk op de knop om de airconditioning in en uit te schakelen. De airconditioning
koelt uw auto af door middel van buitenlucht of luchtrecirculatie. Om de
prestaties van de airconditioning te verbeteren wanneer u de auto start, rijdt u
de eerste twee tot drie minuten met de ruiten wat geopend en kiest u
luchtrecirculatie.
E
Druk op de knop om te ontwasemen en om een dunne laag mist van de
achterruit te wissen.
F
Druk op de knop om automatische werking te selecteren. Het systeem regelt
automatisch de temperatuur, de hoeveelheid en de verdeling van de lucht om
de gekozen temperatuur te bereiken en te behouden.
TIPS VOOR DE
KLIMAATREGELING IN HET
INTERIEUR
Algemene tips
N.B.: Wanneer de luchtrecirculatiestand
langdurig wordt ingeschakeld, kunnen de
ruiten beslaan.
N.B.: Het is mogelijk dat er wat lucht uit de
luchtroosters in de beenruimte komt,
ongeacht de instelling voor de
luchtverdeling.
N.B.: Rijd niet met het systeem
uitgeschakeld of met voortdurend
ingeschakelde luchtrecirculatie om
ophoping van vocht in de auto te
voorkomen.
Ecosport (CBW) Vehicles Built From: 01-12-2014 Vehicles Built Up To: 29-03-2015, CG3590nlNLD nlNLD, Edition date: 08/2014, First Printing
Klimaatregeling
N.B.: Plaats geen voorwerpen onder de
voorstoelen, want dit kan de luchtstroom
naar de achterbank belemmeren.
N.B.: Verwijder sneeuw, ijs of bladeren uit
het luchtinlaatgedeelte onderaan de
voorruit.
Om de vochtigheid in het
airconditioningsysteem te minimaliseren
en onaangename geuren te beperken,
schakelt u de airconditioning uit en laat u
de ventilator minstens twee minuten
draaien voor u de motor uitzet. Doe het
volgende:
1.
Laat de motor draaien.
2. Druk op de A/C-knop om de
airconditioning uit te schakelen.
3. Laat de ventilator draaien.
4. Stel de temperatuur in op de hoogste
stand.
79
Advertenties
Inhoudsopgave
