Het reinigen en onderhouden van het apparaat
Het reinigen van de deurdich-
tingen
^ Reinig de deurdichtingen regelmatig
alleen met helder water en wrijf deze
daarna met een doek grondig droog.
Behandel de deurdichtingen niet
met olie of vet om te voorkomen dat
ze in de loop van de tijd poreus wor-
den.
Het reinigen van de ventilatie-
openingen
^ Reinig de ventilatie-openingen regel-
matig met een kwast of een stofzui-
ger.
Wanneer er zich stof ophoopt, wordt er
onnodig veel energie verbruikt.
Het reinigen van het metalen
rooster aan de achterkant
^ Maak het metalen rooster aan de
achterkant van het apparaat (warmte-
wisselaar) minstens eenmaal in het
jaar stofvrij.
Wanneer er zich stof ophoopt wordt er
onnodig veel energie verbruikt.
Let er bij het reinigen van het meta-
len rooster op dat er geen kabels of
andere onderdelen worden afge-
scheurd, geknikt of beschadigd.
Na het reinigen
^ Plaats alle toebehoren weer terug in
de koelzone.
^ Leg de levensmiddelen voor de koel-
zone weer terug.
^ Sluit het apparaat weer aan
^ en schakel het weer in.
^ Schakel de superfrost in, zodat het in
de diepvrieszone weer snel koud
wordt.
^ Leg de ingevroren levensmiddelen
weer terug in de diepvriesladen en
schuif deze weer in de diepvrieszo-
ne, zodra de temperatuur in deze
zone laag genoeg is.
^ Schakel de superfrost weer uit, zodra
er in de diepvrieszone een constante
temperatuur van minstens -18°C is
bereikt.
37