Het invriezen en bewaren van levensmiddelen
Maximale vriescapaciteit
Levensmiddelen kunnen het best zo
snel mogelijk tot in de kern worden inge-
vroren. Daarvoor is het noodzakelijk dat
de maximale vriescapaciteit niet wordt
overschreden.
De maximale vriescapaciteit binnen 24
uur vindt u op het typeplaatje "Vriesca-
paciteit ..... kg/24 h".
Dit vermogen is berekend volgens de
norm DIN EN ISO 15502.
Het bewaren van diepvriespro-
ducten
^ Wilt u diepvriesproducten bewaren,
controleer dan al vóórdat u ze koopt:
– de verpakking op eventuele bescha-
digingen;
– de uiterste houdbaarheidsdatum van
de diepvriesproducten en
– de temperatuur van de diepvrieskist
in de winkel.
Komt deze boven de -18 °C, dan zijn
de diepvriesproducten niet zo lang
houdbaar als wanneer de tempera-
tuur -18 °C is.
^ Haal de diepvriesproducten uit de
diepvrieskist wanneer u alle andere
boodschappen al in uw wagentje hebt
liggen en vervoer ze in krantenpapier
of in een koeltas.
^ Leg de diepvriesproducten thuis di-
rect in de diepvrieszone.
30
Vries geheel of gedeeltelijk ontdooi-
de levensmiddelen niet opnieuw in.
Pas nadat u deze levensmiddelen
hebt gekookt of gebraden kunt u ze
opnieuw invriezen.
Wat gebeurt er bij het invriezen
van verse levensmiddelen?
Verse levensmiddelen moeten zo snel
mogelijk tot in de kern worden ingevro-
ren. Alleen zo blijven voedingswaarde,
vitaminen, vorm en smaak behouden.
Hoe langzamer de levensmiddelen in-
vriezen, des meer vocht komt er uit
iedere cel vrij. Dit vocht komt in de tus-
senruimten terecht.
De cellen gaan krimpen.
Wanneer de levensmiddelen ontdooien
komt slechts een deel van het vocht dat
eerder vrijkwam in de cellen terug.
Praktisch betekent dit dat de levens-
middelen veel vocht verliezen. Dat ziet
u aan de grote waterplas die zich om
de levensmiddelen vormt wanneer
deze ontdooien.
Wanneer de levensmiddelen snel hele-
maal invriezen, heeft het vocht minder
tijd om uit de cellen vrij te komen en in
de tussenruimten terecht te komen.
De cellen krimpen veel minder.
Wanneer de levensmiddelen ontdooien
kan de kleine hoeveelheid vocht die
vrijgekomen is naar de cellen terugke-
ren. Dat betekent dat de levensmid-
delen weinig vocht verliezen. Er vormt
zich slechts een kleine waterplas om de
levensmiddelen wanneer deze ontdooi-
en!