Het systeemsetupprogramma
Overzicht
N.B.
Het besturingssysteem is in staat om automatisch de meeste opties te
configureren die in het systeemsetupprogramma beschikbaar zijn. De opties die u
hebt ingesteld met behulp van het systeemsetupprogramma zullen daardoor worden
overschreven. (Een uitzondering is de optie External Hot Key (Externe sneltoets), die
u alleen met behulp van het systeemsetupprogramma kunt activeren of
deactiveren.) Open Help en ondersteuning voor meer informatie over het
configureren van functies voor uw besturingssysteem. voor informatie over het
openen van Help en ondersteuning in Microsoft
Help en ondersteuning. In Windows Vista
→ Help en ondersteuning.
Vista
U kunt het systeemsetupprogramma als volgt gebruiken:
•
Voor het instellen of wijzigen van door de gebruiker selecteerbare
functies — bijvoorbeeld het wachtwoord van uw computer
•
Voor het controleren van de huidige configuratie van de computer, zoals de
hoeveelheid systeemgeheugen
Nadat u de computer hebt ingesteld, moet u het systeemsetupprogramma
uitvoeren om vertrouwd te raken met de systeemconfiguratiegegevens en
optionele instellingen. Het kan nuttig zijn de gegevens op te schrijven voor
toekomstig gebruik.
De vensters van het systeemsetupprogramma geven informatie over de
huidige setup-informatie en computerinstellingen weer, zoals:
•
De systeemconfiguratie
•
De opstartvolgorde
•
Instellingen voor opstartconfiguratie en configuratie van het
koppelapparaat
•
Basisinstellingen voor apparaatconfiguratie
•
Instellingen op het gebied van beveiliging en wachtwoorden voor de vaste
schijf
®
®
Windows
®
klikt u op de knop Start van Windows
Het systeemsetupprogramma
XP klikt u op Start→
141