Onderhoud
4.2
De plaat reinigen
4.3
Aandrijfriem
Zie afbeelding: wc_gr000077
4.3.1
4.3.2
4.3.3
@
wpm_tx001128nl.fm
De plaat na gebruik reinigen om vuil, stenen en modder te verwijderen
die vastzitten onder het motorbedieningspaneel. Indien de plaat in een
stoffige plaats gebruikt wordt, dient u de koelribben van de
motorcilinder te controleren op ophoping van zwaar vuil. Houd de
koelribben schoon om oververhitting van de motor te voorkomen.
Bij nieuwe machines of na het installeren van een nieuwe riem de
riemspanning na de eerste 20 bedrijfsuren controleren. Daarna de
riem om de 50 uur controleren en bijstellen.
De riem vervangen:
Verwijder de riembescherming en verwijder de vier zeskante moeren
(a) waarmee de riemschijfhelften (b) aan elkaar worden gehouden.
Verwijder de buitenste riemschijfhelft en verwijder de riem.
Installeer de nieuwe riem op de riemschijf en maak de riemschijfhelften
aan elkaar vast met de zeskante moeren. Stel de riemspanning af door
afstandstukken (c) toe te voegen of te verwijderen tussen de
riemschijfhelten. Hoe minder afstandstukken worden gebruikt tussen
de riemschijfhelten, des te strakker is de riem. Drie afstandstukken met
een nieuwe WACKER riem horen de juiste spanning te verzorgen. De
riemdeflectie,
gecontroleerd
koppelingsriemschijf en de dynamoriemschijf, moet 6–10mm zijn. Zet
de ongebruikte afstandstukken aan de buitenkant van de riemschijf
(d).
Zet de riembescherming terug.
halverwege
>
?
=
24
WP 1540
tussen
de
w c _ g r 0 0 0 0 7 7