Gebruikershandleiding | Regelaar voor SemiPlugin-apparaat, AK-CC 460
Configuratie van het alarmrelais
Het alarmrelais wordt geactiveerd bij een alarmsignaal uit de volgende groepen:
1 - Hogetemperatuuralarmen
2 - Lagetemperatuuralarmen
4 - Sensorfout
8 - Digitale ingang wordt geactiveerd voor alarm
16 - Ontdooialarmen
32 - Diversen
De groepen die het alarmrelais moeten activeren, moeten worden ingesteld met
een numerieke waarde die gelijk is aan de som van de groepen die moeten worden
geactiveerd.
(De waarde 5 activeert bijvoorbeeld alle hogetemperatuuralarmen en alle sensorfouten.
Met 0 wordt de relaisfunctie gesloten.)
Ventilatorpauze terwijl de nachtgordijnen worden afgerold.
Hier kan een pauzetijd voor de ventilatoren worden ingesteld, zodat de nachtgordijnen
onbelemmerd kunnen afrollen naar de juiste positie.
Service
Temperatuur gemeten met S5-sensor
Status DI1-ingang. aan/1 = gesloten
De duur van de ontdooiing die bezig is of de duur van de laatste voltooide
ontdooiing uitlezen.
Temperatuur gemeten met S3-sensor
Status dag-/nachtbedrijf (nachtbedrijf: aan/uit)
Temperatuur gemeten met S4-sensor
Thermostaattemperatuur
De lopende inschakeltijd van de thermostaat of de duur van de laatste voltooide
inschakeling uitlezen
De temperatuur bij de S6-sensor uitlezen
Status DI2-ingang. aan/1 = gesloten
Uitlezing van de actuele compressorcapaciteit in %
Luchttemperatuur. Gewogen S3 + S4
Gemeten temperatuur voor alarmthermostaat
Status koelrelais
Status ventilatorrelais
Status ontdooirelais
Status railwarmterelais
Status alarmrelais
Status lichtrelais
Status relais voor compressor 2
Uitlezing van het huidige railwarmte-effect in %
Uitlezing van welke thermostaat wordt gebruikt voor regeling: 1 = Thermostaat 1,
2 = Thermostaat 2
Status DI3-ingang (aan/1 = 230 V)
Uitlezing van de actuele inschakelwaarde voor de thermostaat
Uitlezing van de actuele uitschakelwaarde voor de thermostaat
Temperatuur gemeten door brinesensor S7
Uitlezing van het spanningssignaal op de analoge uitgang
Geforceerde regeling
Als geforceerde regeling van een uitgang noodzakelijk is, stelt u r12 in op -1 (handmatige modus). Selecteer vervolgens de relevante
relaisfunctie, bijv. u58. Ga naar de functie door op de middelste knop te drukken. Selecteer Aan.
18 | BC230086440483nl-000201
P41
Al.Rel. Conf.
P65
BlindFanStop
Service
u09
S5 temp.
u10
DI1 status
u11
Defrost time
u12
S3 air temp
u13
Night Cond.
u16
S4 air temp
u17
Ther. air
u18
Ther runtime
u36
S6 temp
u37
DI2 status
u52
CompCap %
u56
Display air
u57
Alarm air
u58
Comp1/LLSV
u59
Fan relay
u60
Def. relay
u61
Railh. relay
u62
Alarm relay
u63
Light relay
u67
Comp2 relay
u85
Rail DutyC %
u86
Ther. band
u87
DI3 status
u90
Cutin temp.
u91
Cutout temp.
u98
S7 temp.
U44
AO_1 Volt
© Danfoss | DCS (vt) | 2020.02