Gebruikershandleiding | Regelaar voor SemiPlugin-apparaat, AK-CC 460
Smeltfunctie
Uitsluitend voor de regeling van koeling (-5 to +10 °C). De functie zorgt ervoor dat de
verdamper niet wordt geblokkeerd door rijp. Hier stelt u in hoe vaak de functie de koeling
moet laten stoppen en dus de rijp in water moet omzetten (of ijs als er te veel rijp is).
Smeltperiode
Hier stelt u de duur in van een lopende smeltfunctie.
Instelpunt 2
De uitschakelwaarde van de thermostaat wanneer thermostaatband 2 wordt geactiveerd
via een digitale ingang.
Correctie van het signaal vanuit S6
Compensatiemogelijkheid vanwege te lange sensorkabel
Selectie van thermostaatsensor S4% tijdens nachtbedrijf
Hier stelt u in welke sensor de thermostaat voor de regelfunctie moet gebruiken.
S3, S4 of een combinatie van beide. Bij de instelling 0% wordt alleen S3 gebruikt (Sin).
Bij 100% wordt alleen S4 gebruikt.
De temperatuurlimiet voor de temperatuur van S4
Als er een lagere temperatuur wordt gemeten, wordt de koeling gestopt. De koeling
wordt hervat wanneer de gemeten S4-temperatuur 2 K boven de uitschakelwaarde komt.
De functie wordt niet gebruikt wanneer deze is ingesteld op -50 °C of wanneer deze
wordt ingesteld op een waarde die hoger is dan de uitschakelwaarde van de thermostaat.
Alarm
De regelaar kan in verschillende situaties een alarm geven. Als er een alarm is, knipperen
alle leds op het voorpaneel van de regelaar en wordt het alarmrelais ingeschakeld.
Alarmvertraging (korte alarmvertraging op luchttemperatuur)
Er start een timerfunctie als de boven- of ondergrenswaarde van een alarm wordt
overschreden. Het alarm wordt pas geactiveerd wanneer de ingestelde vertraging
is verstreken. De vertraging wordt ingesteld in minuten.
Vertraging voor deuralarm
De vertraging wordt ingesteld in minuten.
De deurfunctie wordt ingesteld in o02 of o37.
Vertraging voor koeling (lange alarmvertraging)
Deze vertraging wordt gebruikt tijden het opstarten, tijdens ontdooiing en onmiddellijk
na een ontdooiing.
Er wordt op de normale vertraging (A03) overgeschakeld wanneer de temperatuur
tot onder de ingestelde bovengrens van het alarm is gedaald.
De vertraging wordt ingesteld in minuten.
Bovengrens alarm
Hier stelt u in wanneer het alarm voor hoge temperatuur moet worden geactiveerd.
De grenswaarde wordt ingesteld in °C (absolute waarde).
De grenswaarde wordt verhoogd tijdens nachtbedrijf. De waarde is gelijk aan de voor
nachtverschuiving ingestelde waarde, maar wordt alleen verhoogd als de waarde positief is.
Ondergrens alarm
Hier stelt u in wanneer het alarm voor lage temperatuur moet worden geactiveerd.
De grenswaarde wordt ingesteld in °C (absolute waarde).
Bovengrens alarm voor thermostaat 2 (thermostaatband 2)
(Dezelfde werking als voor thermostaat 1)
Ondergrens alarm voor thermostaat 2 (thermostaatband 2)
(Dezelfde werking als voor thermostaat 1)
Bovengrens voor alarm voor de temperatuur van S6 bij thermostaat 1
Ondergrens voor alarm voor de temperatuur van S6 bij thermostaat 1
Bovengrens voor alarm voor de temperatuur van S6 bij thermostaat 2
(thermostaatband 2)
Ondergrens voor alarm voor de temperatuur van S6 bij thermostaat 2
(thermostaatband 2)
Alarmvertraging temperatuur S6
Het alarm wordt geactiveerd als een van de relevante alarmlimieten A22, A23, A24
of A25 wordt overschreden. De vertraging wordt ingesteld in minuten.
Er wordt geen alarm geactiveerd als de maximale waarde is ingesteld.
© Danfoss | DCS (vt) | 2020.02
r16
MeltInterval
r17
Melt period
r21
Cutout2 temp
r59
Adjust S6
r61
Ther.S4% Ngt
r98
S4MinLimit
Night setbck
(Start van nachtsignaal.
0 = Dag, 1 = Nacht)
CaseShutDown
(Meubeluitschakeling zonder alarm)
Alarminstellingen
Bij datacommunicatie kan de urgentie
van de afzonderlijke alarmen worden
ingesteld. Dit gebeurt in het menu
„alarmbestemmingen". (Gateway + AKM)
A03
Alarm delay
A04
DoorOpen del
A12
Pulldown del
A13
HighLim Air
A14
LowLim Air
A20
HighLim2 Air
A21
LowLim2 Air
A22
HighLim1 S6
A23
LowLim1 S6
A24
HighLim2 S6
A25
LowLim2 S6
A26
Al. Delay S6
BC230086440483nl-000201 | 11