Gebruikershandleiding | Regelaar voor SemiPlugin-apparaat, AK-CC 460
Apparaatreiniging
Dankzij deze functie kan het winkelpersoneel het apparaat
eenvoudig reinigen volgens een standaardprocedure.
Apparaatreiniging wordt geactiveerd via een signaal,
gewoonlijk via een sleutelschakelaar op het apparaat.
Apparaatreiniging vindt plaats in drie fasen:
1 - bij de eerste activering wordt de koeling gestopt, maar blijven
de ventilatoren werken om de verdampers te ontdooien.
Op het display wordt „Ventilator" weergegeven.
2 - bij de tweede activering worden ook de ventilatoren stilgezet.
Nu kan het apparaat worden gereinigd. Op het display wordt
„UIT" weergegeven.
3 - bij de derde activering wordt de koeling hervat. Op het display
wordt de actuele temperatuur van het apparaat weergegeven
(instelling o97).
Documentatie
Wanneer de apparaatreiniging wordt geactiveerd, wordt er een
reinigingsalarm verzonden naar de normale alarmontvanger.
Tijdens de latere verwerking van deze alarmen wordt
gedocumenteerd dat het apparaat zo vaak als gepland is gereinigd.
Alarmbewaking
Tijdens de apparaatreiniging zijn er geen temperatuuralarmen.
Ontdooiing
Afhankelijk van de toepassing kunt u uit de volgende
ontdooimethoden kiezen:
natuurlijk:
hierbij blijven de ventilatoren draaien tijdens
de ontdooiing
elektrisch:
het verwarmingselement wordt geactiveerd
Ontdooiproces
1) Ontdooiing
2) Wachtstand na ontdooiing
3) Afdruipen
4) Ventilatorvertraging
Ontdooiing starten
Ontdooiing kan op verschillende manieren worden gestart.
Interval: de ontdooiing wordt met vaste intervallen gestart,
bijvoorbeeld om de acht uur. Bij gebruik van een schema
of netwerksignaal moet het interval ALTIJD op een
„hogere" waarde worden ingesteld dan de ingestelde
periode tussen twee ontdooiingen.
Koeltijd: de ontdooiing wordt gestart met vaste koeltijdintervallen.
Dit betekent dat de ontdooiing wordt „uitgesteld" als
er weinig behoefte aan koeling is.
Schema: hierbij kan de ontdooiing worden gestart op vaste
tijdstippen overdag of's nachts. Het maximum is echter
zes keer.
Contact: de ontdooiing wordt gestart met een contactsignaal
op een digitale ingang.
Netwerk: het signaal voor ontdooiing wordt via datacommunicatie
ontvangen vanuit een systeemunit.
Handmatig: er kan een extra ontdooiproces worden geactiveerd
met de onderste knop op de regelaar.
Alle genoemde methoden kunnen willekeurig worden gebruikt;
als er een wordt geactiveerd, wordt de ontdooiing gestart.
Ontdooiing stoppen
De ontdooiing kan worden gestopt op basis van:
• tijd
• temperatuur (met tijd als beveiliging).
© Danfoss | DCS (vt) | 2020.02
-
+
1
÷
2
÷
3
+
+
°C
+
Ventilator
÷
Uit
+
°C
BC230086440483nl-000201 | 5