Gebruikershandleiding | Regelaar voor SemiPlugin-apparaat, AK-CC 460
Gecoördineerde ontdooiing
Gecoördineerde ontdooiing kan op twee manieren worden
geregeld: met draadaansluitingen tussen de regelaars of via
datacommunicatie.
Draadaansluitingen
Digitale ingang DI2 wordt tussen de huidige regelaars aangesloten.
Als een van de regelaars een ontdooiing start, volgen alle andere
regelaars dit na en starten een ontdooiing. Na de ontdooiing gaan
de afzonderlijke regelaars in de wachtstand. Wanneer ze allemaal
in de wachtstand staan, wordt er omgeschakeld naar koeling.
Coördinatie via datacommunicatie
Hierbij zorgt de systeemunit voor de coördinatie.
De regelaars worden opgenomen in ontdooiingsgroepen
en de systeemunit zorgt ervoor dat ontdooiing in de groep
wordt gestart volgens een weekschema.
Wanneer een regelaar de ontdooiing heeft voltooid, stuurt hij
een bericht naar de systeemunit en gaat hij vervolgens naar de
wachtstand. Wanneer alle regelaars in de groep in de wachtstand
staan, is koeling weer toegestaan in alle afzonderlijke regelaars.
Ontdooien op aanvraag
Gebaseerd op koeltijd
Wanneer de totale koeltijd hoger is dan een vastgestelde tijd,
wordt er een ontdooiing gestart.
Smeltfunctie
Deze functie zorgt ervoor dat het luchtdebiet in de verdamper
niet afneemt door rijp die ontstaat bij langdurig ononderbroken
bedrijf. De functie wordt geactiveerd als de thermostaat-
temperatuur gedurende een langere periode dan het ingestelde
smeltinterval binnen het bereik van -5 tot +10 °C is gebleven.
De koeling wordt dan gedurende de ingestelde smeltperiode
gestopt. De rijp wordt gesmolten zodat het luchtdebiet en
dus het vermogen van de verdamper sterk worden verbeterd.
Realtimeklok
De regelaar heeft een ingebouwde realtimeklok die kan worden
gebruikt om ontdooiingen te starten. Deze klok heeft vier
uur reservestroom.
Als de regelaar is uitgerust met datacommunicatie,
wordt de klok automatisch bijgesteld via de systeemunit.
6 | BC230086440483nl-000201
Systeemmanager
Max. 10
© Danfoss | DCS (vt) | 2020.02