Storingen oplossen
Storingsweergave
Storingen worden in het display door de weergave van
storingsmeldingen aangeduid. De storingsmelding
wordt afwisselend met de basisweergave getoond.
Overzicht storingsmeldingen
Storingsmel-
Gedrag van de installatie Storingsoorzaak
ding in het dis-
play
E01
E10
E11
E20
Werking van de verwar-
mingsketel niet mogelijk
E22
Werking van de verwar-
mingsketel niet mogelijk
E23
E25
Regelwerking
E26
Regelwerking
E27
Regelwerking
E30
Werking van de verwar-
mingsketel niet mogelijk
E32
Werking van de verwar-
mingsketel niet mogelijk
E33
E35
Regelwerking
E36
Regelwerking
E37
Regelwerking
50
Als er meerdere fouten zijn, wordt altijd de nieuwste
fout getoond. De weergave verdwijnt als de fout ver-
holpen is.
Veiligheidstemperatuurbe-
grenzer in de verwarmings-
ketel is geactiveerd.
Actueel werkelijk toerental
van de rookgasventilator is
kleiner dan het opgegeven
gewenste toerental.
Rookgastemperatuur te
hoog
Kortsluiting aanvoertempera-
tuursensor
Kortsluiting rookgastempera-
tuursensor
Kortsluiting lambdasonde
Kortsluiting buffertempera-
tuursensor boven
Kortsluiting buffertempera-
tuursensor midden
Kortsluiting buffertempera-
tuursensor beneden
Onderbreking aanvoertem-
peratuursensor
Onderbreking rookgastem-
peratuursensor
Onderbreking lambdasonde
Onderbreking buffertempera-
tuursensor boven
Onderbreking buffertempera-
tuursensor midden
Onderbreking buffertempera-
tuursensor onder
Maatregel
Verwarmingsketel laten afkoe-
■
len. Vervolgens veiligheidstem-
peratuurbegrenzer ontgrende-
len. (Zie pagina 52)
Controleren of het systeem nog
■
warmte kan opnemen.
Sensor op de rookgasventilator
■
controleren.
Rookgasventilator controleren
■
op soepele werking.
Rookgasventilator controleren
■
op vuil.
Verwarmingsketel en warmtewis-
selaar reinigen.
Aanvoertemperatuursensor con-
troleren en evt. vervangen.
Rookgastemperatuursensor con-
troleren en evt. vervangen.
Lambdasonde controleren en evt.
vervangen.
Buffertemperatuursensor controle-
ren en evt. vervangen.
Buffertemperatuursensor controle-
ren en evt. vervangen.
Buffertemperatuursensor controle-
ren en evt. vervangen.
Aanvoertemperatuursensor con-
troleren en evt. vervangen.
Rookgastemperatuursensor con-
troleren en evt. vervangen.
Lambdasonde controleren en evt.
vervangen.
Buffertemperatuursensor controle-
ren en evt. vervangen.
Buffertemperatuursensor controle-
ren en evt. vervangen.
Buffertemperatuursensor controle-
ren en evt. vervangen.