9.12 Weerstandsmetingen
Waarschuwing: Voer geen diode-, weerstands- of continuïteitstesten uit voordat de stroom van
condensatoren en andere apparaten die tijdens een meting worden getest, is afgesloten. Dit kan
leiden tot persoonlijk letsel.
1.
Raadpleeg Afb. 9-5. Stel de functieschakelaar in op stand
2.
Gebruik
3.
Steek de zwarte geleidedraad van de meetsonde in de negatieve COM-terminal en de
rode geleidedraad van de meetsonde in de positieve Ω-terminal.
4.
Plaats de punten van de meetsonde op het circuit of onderdeel dat wordt getest.
5.
Lees de waarde voor weerstand af op het scherm.
6.
Raadpleeg
MAX-MIN.
9.13 Continuïteitstest
Waarschuwing: Voer geen diode-, weerstands- of continuïteitstesten uit voordat de stroom van
condensatoren en andere apparaten die tijdens een meting worden getest, is afgesloten. Dit kan
leiden tot persoonlijk letsel.
Raadpleeg Afb. 9-5. Stel de functieschakelaar in op stand
1.
2.
Gebruik toets
GEBRUIKERSHANDLEIDING FLIR CM275
om naar weergave kΩ te schakelen indien nodig.
paragraaf 9.5, Modus
Afb. 9-5 Weerstands- en continuïteitsmetingen
om continuïteit te selecteren. De indicator voor
MAX-MIN, voor informatie over de werking van modus
29
Identificatie document: CM275-nl-NL_AC
.
.
verschijnt.