Bij het gebruik van de reinigingsfunctie kunt u een
accessoire, bijv. de braadslede of de bakplaat,
meereinigen.Voor de reiniging altijd de grove
verontreiniging verwijderen. Plaats de toebehoren op
hoogte 2.
Maak de binnendeur van het apparaat en de
randvlakken van de binnenruimte bij de deurdichting
schoon. De dichting niet schuren, niet afnemen!
Aanwijzingen
De meegeleverde, geëmailleerde toebehoren kunt u
■
bij gebruik van de reinigingsfunctie meereinigen.
Roosters kunnen niet worden meegereinigd. De
roosters zijn niet geschikt voor de reinigingsfunctie
en verkleuren. Andere toebehoren die geschikt zijn
voor gebruik met de reinigingsfunctie vindt u in de
tabel voor de extra toebehoren. ~ "Toebehoren"
op pagina 13
Wanneer de binnenruimte sterk vervuild is, kunt u
■
hem het beste zonder toebehoren reinigen. Zo krijgt
u een optimaal resultaat.
Wilt u de toebehoren meereinigen start de reiniging
dan nogmaals.
:
Waarschuwing
Risico van brand!
Losse voedselresten, vet en vleessap kunnen tijdens
■
de reiniging vlam vatten. Verwijder voordat de
reiniging start altijd de grove verontreiniging uit de
binnenruimte en van de toebehoren.
De buitenkant van het apparaat wordt zeer heet
Risico van brand!
■
tijdens het reinigen. Nooit brandbare voorwerpen,
zoals bijv. droogdoeken, aan de deurgreep hangen.
De voorzijde van het apparaat vrij houden. Zorg
ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
:
Waarschuwing – Ernstig gezondheidsrisico!
De buitenkant van het apparaat wordt zeer heet tijdens
het reinigen. De antiaanbaklaag van bakplaten en
vormen wordt aangetast en er ontstaan giftige gassen.
Bij gebruik van de reinigingsfunctie nooit platen en
vormen met een antiaanbaklaag meereinigen. Alleen
geëmailleerde toebehoren meereinigen.
Zelfreiniging instellen
Menutoets indrukken.
1.
Het functie-menu wordt geopend.
De functie "Zelfreiniging" kiezen.
2.
Reinigingsstand 3 wordt voorgesteld. U kunt de
reiniging direct met de toets start/stop starten of
met de draaiknop een andere reinigingsstand
3.
kiezen.
Met de toets start/stop de reiniging starten.
4.
Kort na de start vergrendelt de deur van de
binnenruimte. Het symbool
verschijnt rechts in de statusregel naast de aflopende
tijdsduur.
De binnenruimte kan pas weer worden geopend
wanneer het symbool
H
is.
Na afloop van de reiniging
Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. In de
statusregel verschijnt "Beëindigd". U kunt het signaal
voor de vergendeling
H
van de statusregel verdwenen
met de toets
uitschakelen. In de statusregel
0
verschijnt "Apparaat koelt af".
Reiniging afbreken
Met de toets on/off de oven uitschakelen.De deur van
de binnenruimte kan pas worden geopend wanneer het
symbool
in de statusregel verdwenen is.
H
Reinigingsstand corrigeren
Na de start kan de reinigingsstand niet meer worden
gewijzigd.
U kunt de reiniging 's nachts laten aflopen
In het hoofdstuk Tijdinstellingen kunt u nalezen hoe u
de eindtijd op een later tijdstip zet. Zo kunt u de oven
op elk moment van de dag gebruiken. ~ "Tijdfuncties"
op pagina 17
Na de reiniging
Wanneer de binnenruimte afgekoeld is, neemt u de
achtergebleven as in de binnenruimte, bij de
accessoires, de rekjes en de apparaatdeur, af met een
vochtig doekje.
Neem de uitschuifbare delen af met een vochtige doek.
Schuif ze daarna meerdere keren in en uit. Na de
reiniging kunnen nog verkleuringen op de uitschuifbare
delen te zien zijn.Dit heeft geen invloed op de werking.
Aanwijzingen
Tijdens de reiniging verkleurt de omlijsting aan de
■
binnenkant van de apparaatdeur. Dit is normaal en
heeft geen nadelige invloed op de werking. De
verkleuring kan alleen met een schoonmaakmiddel
voor roestvrij staal worden verwijderd.
Als gevolg van een te grote verontreiniging kan er
■
een witte aanslag ontstaan op de emaillen
oppervlakken. Het zijn resten van levensmiddelen en
deze kunnen geen kwaad. De werking wordt
hierdoor niet beïnvloed.U kunt de voedselresten zo
nodig met citroenzuur verwijderen.
Ontkalken
Voor een goede werking dient u het apparaat
regelmatig te ontkalken.
Het ontkalken gebeurt in een paar stappen. Om
hygiënische redenen is het apparaat pas weer
gebruiksklaar nadat het ontkalken helemaal voltooid is.
In totaal duurt het ontkalken ca. 70 - 90 minuten.
Ontkalken (ca. 55 - 70 minuten), maak vervolgens
■
de watertank leeg en vul hem opnieuw
Eerste keer spoelen (ca. 6 - 9 minuten), maak
■
vervolgens de watertank leeg en vul hem opnieuw
Tweede keer spoelen (ca. 6 - 9 minuten), maak
■
vervolgens de watertank leeg en droog hem
Wordt het ontkalken onderbroken (bijv. door een
stroomonderbreking of uitschakeling van het apparaat),
dan wordt u nadat het apparaat opnieuw ingeschakeld
is gevraagd om twee keer te spoelen. Tot aan het einde
van de tweede spoelcyclus blijft het apparaat
geblokkeerd voor andere toepassingen.
Hoe vaak het apparaat moet worden ontkalkt, hangt af
van de waterhardheid van het gebruikte water. Zodra er
Reinigingsfunctie
nl
29