Stationinstellingen
Selecteer Instellingen > Systeem > Stationsgegevens.
Wijzig station: Hiermee kunt u nieuwe standaarden instellen voor het gehele station gebaseerd op de locatie
van dit station. U kunt er ook voor kiezen om dit scherm als een zelfstandig, individueel scherm te gebruiken,
in plaats van het scherm te groeperen in een station met andere schermen.
Schermvolgorde: Hiermee kunt u de volgorde van schermen instellen. Dit is belangrijk als u een extern GRID
invoertoestel gebruikt.
Stuurautomaat ingeschakeld: Staat u toe om de stuurautomaat vanaf dit toestel te bedienen.
Reset lay-outs: Herstelt de lay-outs van dit station naar de fabrieksinstellingen.
Herstel stationsinstellingen: Herstelt alle stationsinstellingen op alle aangesloten toestellen in het station naar
de fabrieksinstellingen, en vereist een initiële installatie van het station.
Informatie over systeem en software weergeven
U kunt de softwareversie, de basiskaartversie, alle aanvullende kaartinformatie (indien beschikbaar), de
softwareversie van de optionele Garmin radar (indien beschikbaar) en de toestel-id weergeven. U kunt deze
gegevens nodig hebben om de systeemsoftware bij te werken of aanvullende kaartgegevens aan te schaffen.
Selecteer Instellingen > Systeem > Systeeminformatie > Softwaregegevens.
Het gebeurtenislog weergeven
In het logboek wordt een lijst met systeemgebeurtenissen weergegeven.
Selecteer Instellingen > Systeem > Systeeminformatie > Gebeurtenislog.
Informatie over regelgeving en compliance op e-labels weergeven
Het label voor dit toestel wordt op elektronische wijze geleverd. Het e-label kan regelgeving bevatten, zoals
identificatienummers verstrekt door de FCC of regionale compliance-markeringen, maar ook toepasselijke
product- en licentiegegevens. Niet beschikbaar op alle modellen.
1 Selecteer Instellingen.
2 Selecteer Systeem.
3 Selecteer Informatie over regelgeving.
Voorkeursinstellingen
Selecteer Instellingen > Voorkeuren.
Eenheden: Hiermee stelt u de maateenheid in.
Taal voor tekst: Stelt de taal van de tekst op het scherm in.
Navigatie: Hiermee stelt u navigatievoorkeuren in.
Filters: Hiermee effent u de waarden die in de gegevensvelden worden weergegeven, waardoor de ruis kan
afnemen of trends op de langere termijn kunnen worden weergegeven. Als u de filterinstelling verhoogt,
neemt de effening toe en als u de filterinstelling verlaagt, neemt de effening af. Bij een filterinstelling van
0 wordt het filter uitgeschakeld en de weergegeven waarde is de ruwe waarde van de bron. U kunt deze
instellingen ook synchroniseren op alle toestellen waarop de instelling Synchronisatiefilters is ingeschakeld.
Toetsenbordindeling: Hiermee rangschikt u de knoppen op het schermtoetsenbord.
Schermafdruk opslaan: Hiermee kunt u schermafbeeldingen opslaan.
Weergave menubalk: Toont en verbergt de menubalk automatisch wanneer deze wel of niet nodig is.
Toestelconfiguratie
™
137